Jacqueline Fontyn
België, °1930
De ouders van Jacqueline barones Fontyn ontdekten al heel vroeg haar muzikaal talent. Kort na haar vijfde verjaardag kreeg ze dagelijks piano-onderricht van de Russische pedagoog Ignace Bolotine die tevens haar interesse en aanleg voor improvisatie stimuleerde. Op 14-jarige leeftijd besloot ze componiste te worden. Marcel Quinet wijdde haar in in de kunst van het componeren, waarna ze naar Parijs vertrok om er via Max Deutsch, het twaalftonenstelsel van Schoenberg te ontdekken. Deze schrijftaal zou ze aanhouden tot 1979, doch steeds in een soepele en vrije stijl.
In 1956 volgde ze cursus orkestdirectie in de klas van Hans Swarowsky, aan de Academie für Musik und Darstellende Kunst van Wenen.
Van 1963 tot 1970 onderwees ze muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en was daarna tot 1990 professor compositie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Tezelfdertijd was zij een veelgevraagde gastdocente aan diverse universiteiten en conservatoria in Europa (Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Polen en Zwitserland), de Verenigde Staten van Amerika (in 9 plaatsen gaande van New-York tot Los Angeles) Israël, Egypte, Azië (China, Korea, Singapore, Taiwan) en Nieuw-Zeeland.
Haar compositorisch oeuvre omvat meer dan 100 werken, zowel orkestraal, vocaal, instrumentaal als kamermuziek. Ze worden geprogrammeerd door befaamde orkesten en in prestigieuze festivals over de ganse wereld uitgevoerd.
Jacqueline Fontyn ontving verscheidene onderscheidingen, o.a. de Prijs Oscar Espla in Spanje, en de Prijs Arthur Horegger van de Fondation de France. Tevens werd haar opgedragen om het verplichte concerto voor viool en orkest te componeren voor de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd in 1976, alsook twee werken voor de Koussevitzky Music Foundation in the Library of Congress in Washington.
Sinds 2006 zijn al haar manuscripten opgenomen in the Library of Congres. Ze is lid van de Koninklijke Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België en als erkentelijkheid voor haar artistieke verdiensten werd haar in 1993 door de Koning de titel van Barones verleend.
Haar muzikale taal, die aan een permanente evolutie onderhevig is, is gekenmerkt door een gevoel voor een kleurrijke harmonische sfeer, flexibiliteit in de ritmiek en een creatieve belangstelling voor vernieuwende instrumentale combinaties. De expressieve en poëtische dimensie van haar muziek zoekt direct te communiceren met de gevoelige luisteraar die open staat om nieuwe horizonten te ontdekken.