De Roemeense sopraan Teodora Gheorghiu ontdekte tijdens haar studies als fluitiste de zangkunst in haar geboorteland bij Niculina Mirea en Gheorghe Rosu. Ze vervolmaakte zich bij José Van Dam aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, nam deel aan tal van internationale master classes en is laureate van de Julian Gayarrewedstrijd (Pamplona) en het Enescu concours (Boekarest).

Na haar debuut in 2003 aan de opera van Boekarest als Koningin van de Nacht in De Toverfluit, werd Teodora Gheorghiu uitgenodigd door De Munt in Brussel, het Theater van Luzern, de Opéra National de Lorraine, het Grand Théâtre de Genève, de Opera van Lausanne en het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs. In 2004 debuteerde ze aan de Wiener Staatsoper, waar ze van 2007 tot 2010 deel uitmaakte van de vaste groep zangers. Ze werd er vooral opgemerkt in de rollen van Adele (De Vleermuis), Koningin van de Nacht (De Toverfluit), Nannetta (Falstaff), Fiakermilli (Arabella), Adina (L’Elisir d’Amore), Elvira (L’Italiana in Algeri), Sophie (Werther) en Eudoxie (La Juive). Ze werkte samen met dirigenten als Seiji Ozawa, Franz Welser-Möst, Marco Armiliato, Bertrand de Billy, Peter Schneider, Adam Fischer en Christophe Rousset.

In concert trad Teodora Gheorghiu op met Paul Goodwin en de Academy of Ancient Music in Londen, Sigiswald Kujiken en La Petite Bande, Marc Soustrot en het Symfonisch Orkest van de Munt, Asher Fisch en het Nationaal Orkest van België in Brussel en John Axelrod met het Symfonisch Orkest van Luzern.

In 2011 brengt ze samen met Christophe Rousset en Les Talens Lyriques een cd uit. In de zomer van hetzelfde jaar gaf ze concerten en een recital op het Festival International d’Opéra Baroque in Beaune.