Theodore Lettvin
Verenigde Staten van Amerika, °1926 - 2003 †
Theodore Lettvin studeerde piano bij Howard Wells in Chicago van 1930 tot 1935 en hij vervolgde zijn studies bij Leon Rosenbloom van 1935 tot 1941. Hij maakte zijn debuut als solist met het Chicago Symphony Orchestra in 1939. Op de leeftijd van vijftien won de jonge pianist een studiebeurs voor het Curtis Institute in Philadelphia, waar hij gedurende zeven jaar studeerde bij Rudolf Serkin en Mieczyslaw Horszowski. Zijn carrière werd kort onderbroken voor zijn dienst bij de Marine van de Verenigde Staten in 1945.
Nadat hij zijn carrière hervatte, werd Theodore Lettvin al snel erkend als een van de toonaangevende Amerikaanse pianisten van zijn generatie. Hij ontving verschillende prijzen, waaronder de Naumberg Award in 1948 en de Michaels Award in 1950. Terwijl hij toerde door Europa en Noord-Afrika in 1952, nam hij deel aan de Koningin Elisabethwedstrijd.
In recital trad Theodore Lettvin op in de Londense Wigmore Hall, de National Gallery of Art in Washington DC en Town Hall in New York. Naast zijn recitaltournees verscheen hij ook regelmatig met de belangrijkste orkesten van de Verenigde Staten, waaronder de New York Philharmonic en de orkesten van Cleveland, Chicago, Boston, Dallas, Cincinnati, Buffalo, Baltimore, Omaha, Seattle, New Orleans, Pittsburgh, Minneapolis, Saint Paul en Atlanta. Hij trad op bij de inhuldiging van de New York Philharmonic Promenades in de zomer van 1964 met Andre Kostelanetz, die hem uitnodigde om het volgende seizoen terug te keren. Hij verscheen ook met de New York Philharmonic onder William Steinberg, met wie hij de Amerikaanse première gaf van Bartoks Scherzo voor piano en orkest. Op televisie was hij te zien in The Voice of Firestone, het Chicago Theatre of the Air, met de Boston Symphony en in educatieve programma's. Daarnaast maakte hij opnames voor HMV en Columbia.
Theodore Lettvin bekleedde tal van functies als leraar, hij was ondermeer gastdocent aan de Universiteit van Colorado (1956-1957), hoofd van de piano-afdeling van de Cleveland Music School Settlement (1956-1968), hoogleraar piano aan het New England Conservatory (1968-1977), de Universiteit van Michigan (1977-1987) en Rutgers (vanaf 1987). Hij gaf ook les op de zomerfestivals van Marlboro, Tanglewood, Ravinia, Saratoga en Salzburg. De Universiteit van Maryland herbergt de Theodore Lettvin Collection, bestaande uit correspondentie, foto's, privé-opnames, enz.
Nadat hij zijn carrière hervatte, werd Theodore Lettvin al snel erkend als een van de toonaangevende Amerikaanse pianisten van zijn generatie. Hij ontving verschillende prijzen, waaronder de Naumberg Award in 1948 en de Michaels Award in 1950. Terwijl hij toerde door Europa en Noord-Afrika in 1952, nam hij deel aan de Koningin Elisabethwedstrijd.
In recital trad Theodore Lettvin op in de Londense Wigmore Hall, de National Gallery of Art in Washington DC en Town Hall in New York. Naast zijn recitaltournees verscheen hij ook regelmatig met de belangrijkste orkesten van de Verenigde Staten, waaronder de New York Philharmonic en de orkesten van Cleveland, Chicago, Boston, Dallas, Cincinnati, Buffalo, Baltimore, Omaha, Seattle, New Orleans, Pittsburgh, Minneapolis, Saint Paul en Atlanta. Hij trad op bij de inhuldiging van de New York Philharmonic Promenades in de zomer van 1964 met Andre Kostelanetz, die hem uitnodigde om het volgende seizoen terug te keren. Hij verscheen ook met de New York Philharmonic onder William Steinberg, met wie hij de Amerikaanse première gaf van Bartoks Scherzo voor piano en orkest. Op televisie was hij te zien in The Voice of Firestone, het Chicago Theatre of the Air, met de Boston Symphony en in educatieve programma's. Daarnaast maakte hij opnames voor HMV en Columbia.
Theodore Lettvin bekleedde tal van functies als leraar, hij was ondermeer gastdocent aan de Universiteit van Colorado (1956-1957), hoofd van de piano-afdeling van de Cleveland Music School Settlement (1956-1968), hoogleraar piano aan het New England Conservatory (1968-1977), de Universiteit van Michigan (1977-1987) en Rutgers (vanaf 1987). Hij gaf ook les op de zomerfestivals van Marlboro, Tanglewood, Ravinia, Saratoga en Salzburg. De Universiteit van Maryland herbergt de Theodore Lettvin Collection, bestaande uit correspondentie, foto's, privé-opnames, enz.
