Voorzitter van de jury
Eugène Traey
België, °1915 - 2006
Eugène baron Traey (1915-2006), uit Belgische ouders in Amsterdam geboren, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen bij Emmanuel Durlet. Hij zette zijn studies voort bij Robert Casadesus in Parijs en bij Karl Leimer en Walter Gieseking in Duitsland. Na deze internationale opleiding als pianist gaf hij naast zijn concertloopbaan les aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, waar hij tot 1980 directeur was. Hij gaf recitals, concerten met orkest en speelde kamermuziek met Arthur Grumiaux en Jean Laurent en pianoduo's met Frédéric Gevers. Hijwas de grondlegger van kunstencentrum deSingel in Antwerpen en was geregeld jurylid bij gerenommeerde internationale muziekwedstrijden (Moskou, Warschau, München, Tokio e.a.). Eugène Traey was van 1982 tot 1995 juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd.
  • Biografie
Meer informatie
Roland Coryn
België, °1938
Roland Coryn (1938, Kortrijk) kwam al vroeg in contact met het artistieke leven. Zijn broer tekende en schilderde, en zijn familie had contact met mensen uit de artistieke wereld. Na zijn muziekstudies aan de Stedelijke Muziekacademie van Harelbeke ging hij zich verder bekwamen aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent. Hij behaalde er onder andere het Hoger Diploma Altviool en Kamermuziek. Daarnaast volgde hij er tegelijkertijd de theoretische afdeling die hij beëindigde met een Eerste Prijs Compositie.

Als pedagoog was hij werkzaam aan de muziekacademie van Harelbeke, Izegem en Oostende. In 1979 werd hij in eerstgenoemde instelling benoemd tot directeur. Aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent heeft hij lange tijd een belangrijke functie gehad als docent compositie. Op 1 september 1997 nam hij vervroegd pensioen om zich volledig te kunnen wijden aan zijn compositorisch werk.

In de periode van 1960 tot 1975 was hij hoofdzakelijk actief als uitvoerend musicus. Hij speelde altviool in het Belgisch Kamerorkest, waar hij in contact kwam met moderne muziek, en was stichtend lid van het Vlaams Pianokwartet, dat zich toelegde op werken van bekende componisten en Belgische meesters. Van 1986 tot 1997 leidde hij in Gent het Nieuw Conservatoriumensemble, waarmee hij hoofdzakelijk hedendaagse muziek uitvoerde. Deze activiteit werkte uiterst bevruchtend voor zijn klas compositie.

Als componist behaalde hij diverse prijzen, waaronder de Tenutoprijs in 1973 (Quattro Movimenti), de Jef Van Hoofprijs in 1974 (Triptiek), de Koopalprijs in 1986 voor zijn kamermuziekoeuvre, en de Visser-Neerlandiaprijs in 1999 voor de totaliteit van zijn oeuvre.

In 1993 werd hij verkozen tot lid van de Academie voor Schone Kunsten, Letteren en Wetenschappen van België.
  • Biografie
Meer informatie
Jacqueline Fontyn
België, °1930
De ouders van Jacqueline barones Fontyn ontdekten al heel vroeg haar muzikaal talent. Kort na haar vijfde verjaardag kreeg ze dagelijks piano-onderricht van de Russische pedagoog Ignace Bolotine die tevens haar interesse en aanleg voor improvisatie stimuleerde. Op 14-jarige leeftijd besloot ze componiste te worden. Marcel Quinet wijdde haar in in de kunst van het componeren, waarna ze naar Parijs vertrok om er via Max Deutsch, het twaalftonenstelsel van Schoenberg te ontdekken. Deze schrijftaal zou ze aanhouden tot 1979, doch steeds in een soepele en vrije stijl.
In 1956 volgde ze cursus orkestdirectie in de klas van Hans Swarowsky, aan de Academie für Musik und Darstellende Kunst van Wenen.

Van 1963 tot 1970 onderwees ze muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en was daarna tot 1990 professor compositie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Tezelfdertijd was zij een veelgevraagde gastdocente aan diverse universiteiten en conservatoria in Europa (Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Polen en Zwitserland), de Verenigde Staten van Amerika (in 9 plaatsen gaande van New-York tot Los Angeles) Israël, Egypte, Azië (China, Korea, Singapore, Taiwan) en Nieuw-Zeeland.

Haar compositorisch oeuvre omvat meer dan 100 werken, zowel orkestraal, vocaal, instrumentaal als kamermuziek. Ze worden geprogrammeerd door befaamde orkesten en in prestigieuze festivals over de ganse wereld uitgevoerd.

Jacqueline Fontyn ontving verscheidene onderscheidingen, o.a. de Prijs Oscar Espla in Spanje, en de Prijs Arthur Horegger van de Fondation de France. Tevens werd haar opgedragen om het verplichte concerto voor viool en orkest te componeren voor de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd in 1976, alsook twee werken voor de Koussevitzky Music Foundation in the Library of Congress in Washington.

Sinds 2006 zijn al haar manuscripten opgenomen in the Library of Congres. Ze is lid van de Koninklijke Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België en als erkentelijkheid voor haar artistieke verdiensten werd haar in 1993 door de Koning de titel van Barones verleend.

Haar muzikale taal, die aan een permanente evolutie onderhevig is, is gekenmerkt door een gevoel voor een kleurrijke harmonische sfeer, flexibiliteit in de ritmiek en een creatieve belangstelling voor vernieuwende instrumentale combinaties. De expressieve en poëtische dimensie van haar muziek zoekt direct te communiceren met de gevoelige luisteraar die open staat om nieuwe horizonten te ontdekken.
  • Biografie
Meer informatie
André Laporte
België, °1931
André Laporte werd geboren op 12 juli 1931 te Oplinter, nabij het Vlaams-Brabantse Tienen. Op muzikaal vlak was hij een autodidact en maakte hij zich snel het piano-, klarinet- en orgelspel eigen, terwijl hij gretig kennis nam van de nieuwe muziek via de radioprogramma's van Paul Collaer, Louis De Meester, Vic Legley en David Van de Woestijne, net als zijn generatiegenoot Karel Goeyvaerts.

Na zijn humaniora trok hij naar het Interdiocesaan Hoger Instituut voor Kerkmuziek (kortweg Lemmensinstituut) te Mechelen, waar hij les kreeg van Edgard de Laet, Flor Peeters (orgel) en Marinus De Jong (piano, contrapunt, fuga). Tussen 1953 en 1957 was hij ook student aan de Katholieke Universiteit Leuven waar hij Moderne Wijsbegeerte en Musicologie volgde. Hij rondde zijn studie in de musicologie af met een vergelijkende studie tussen Ludus Tonalis en de Unterweisung im Tonsatz van Paul Hindemith. In 1953 ging hij als leraar muzikale opvoeding en esthetica aan de slag aan de (Brusselse) Middelbare Normaalschool van het Sint-Thomasinstituut. In diezelfde periode componeerde hij zijn eerste stukken, volksliedbewerkingen in de lijn van Hindemith en Bartok, een pianosonate en orgelmuziek.

Hij leerde intussen de muziek kennen van Schönberg, Stravinsky en Messiaen en nam tussen 1960 en 1964 jaarlijks deel aan de Internationale Ferienkurse in Darmstadt en in '64 en '65 ook aan de Kurse für Neue Musik te Keulen. Bij die gelegenheden leerde hij de toonaangevende figuren van de Nieuwe Muziek kennen (Boulez, Maderna, Berio, Ligeti, Stockhausen, Kagel, Gielen). Zoals zovele Belgische componisten kwam ook hij (in 1963) terecht bij de BRT (nu VRT), eerst als producer, later als programmacoördinator, tenslotte als productieleider van het BRT Filharmonisch Orkest (1989), en uiteindelijk als directeur Artistieke Ensembles (1993-1996), functies waarbij hij omringd werd door mensen als D. Van de Woestijne, V. Legley, K. Goeyvaerts, L. De Meester, B. Buckinx, W. Westerlinck en L. Brewaeys. Een functie ook waarin hij "hoogtepunten in de hedendaagse muziek" en "jonge Belgische vertolkers" in de ether kon laten gaan. Samen met de mensen van het (dankzij de BRT pas opgerichte) Instituut voor Psychoakoestica en Elektronische Muziek (IPEM) stichtte hij in 1963 de werkgroep SPECTRA die tot 1967 bestaan heeft.

Ook in het muziekonderwijs verdiende André Laporte zijn sporen. In 1968 al werd hij leraar van het nieuwe vak Nieuwe Technieken aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, pas later kreeg deze onderwijstaak vastere vorm bij zijn aanstelling als docent muziekanalyse, vormleer, harmonie en contrapunt-fuga. In 1988 werd hij docent compositie en later werd dit aangevuld met een opdracht als buitengewoon docent compositie aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Onder zijn leerlingen tellen we Luc Brewaeys, Daniël Capelletti en Peter Swinnen.

In 1972 richtte hij samen met Herman Sabbe een nieuwe Belgische afdeling op van de International Society for Contemporary Music (ISCM), waarvan hij tot op heden voorzitter is.

Hij werd lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België (1991), lid van de Muziekraad voor Vlaanderen en ondervoorzitter van de Unie van Belgische Componisten. Hij won verschillende prijzen. Naast de Lemmens-Tinel prijs won hij in 1976 de Prix Italia met zijn oratorium La Vita non è sogno. De creatie van dit werk op het Festival van Vlaanderen 1972 in Gent trok de aandacht van de assistent Gerard Mortier, die hem later als intendant van de Munt om een opera zou vragen. Zijn werk kende opvoeringen in binnen- en buitenland en zijn Kafka-opera Das Schloss, die in december 1986 in de Munt werd gecreëerd, beleefde in 1991 zijn Duitse première in het Saarländisches Staatstheater te Saarbrücken.

André Laporte was in 2001-2002 gastprofessor aan het Orpheusinstituut. In 2003 ontving hij de Visser-Neerlandia-Prijs. Transit voor 48 strijkers uit 1978-79 vormde tijdens het Transit Festival van 2004 het uitgangspunt voor compositieopdrachten aan Petra Vermote, Pieter Schuermans en Maarten Buyl. In 2006 werd hij tijdens de ISCM-Music Days in Stuttgart door de algemene vergadering van deze vereniging verkozen tot erelid. In datzelfde jaar werd hij ook erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Kunsten en Wetenschappen.
  • Biografie
Meer informatie
Jean-Marie Simonis
België, °1931
Jean-Marie Simonis (1931) werd na zijn Grieks-Latijnse humaniora leerling aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel waar hij naast talrijke Eerste Prijzen, vooral in de vakken van de ‘écriture’ (harmonie, contrapunt, fuga) ook de Gevaert-prijs behaalt. Hij studeerde compositie bij André Souris en Marcel Quinet en orkestleiding bij René Defossez.

Als titularis van de Prijs van Rome en van talrijke prijzen voor compositie, evenals van de SABAM-prijs in 1989 voor het geheel van zijn oeuvre, werd hij in 1975 en in 1978 laureaat van de Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth (verplicht werk voor de tweede schiftingsproeven) voor zijn Evocations en zijn Notturno, beide voor piano.

Zijn Cantilène voor viool en orkest werd gekozen als opgelegd werk voor de finale van de Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth van 1985. Zijn werk Eclosions behaalde de Eerste Prijs van de Wedstrijd van de Muziekkapel van de Gidsen in 1991, uitgeschreven om de 60e verjaardag van Koning Boudewijn en de 40e verjaardag van zijn troonsbestijging te vieren.

Hij is eredocent aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en sedert 1974 docent harmonie, contrapunt en fuga bij de Muzikale Kapel Koningin Elisabeth.

Sedert 1985 is hij lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Kunsten en Letteren van België. Hij was in 1977 directeur van de klas Schone Kunsten.

Jean-Marie Simonis schreef symfonische, vocale en instrumentale werken; sommige ervan zijn wereldbekend. De meeste zijn uitgegeven en een twintigtal werden op plaat of CD opgenomen.
  • Biografie
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Viool 2024
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN