Voorzitter van de jury
Arie Van Lysebeth
België, °1938
Arie Van Lysebeth was Voorzitter van de Jury van de Koningin Elisabethwedstrijd van 1996 tot 2018. Hij begon op zijn vierde met viool. Aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel deed hij hogere studies in muziektheorie, fagot, (piano), kamermuziek en orkestleiding. Na een aanwervingswedstrijd verwierf hij de functie van fagotsolist bij het Symfonieorkest van de Belgische Radio en Televisie. Twee jaar later werd hij ex aequo winnaar in de Internationale Fagotwedstrijd in Praag. Tegelijkertijd gaat hij zich vervolmaken in orkestdirectie bij Bruno Maderna in Salzburg en bij Pierre Boulez in Zwitserland. Vanaf 1970 dirigeerde hij het Vlaams Kamerorkest in binnen- en buitenland. Als gastdirigent leidde hij de bekendste Belgische orkesten en diverse symfonieorkesten in de Verenigde Staten, Argentinië, Taiwan, Engeland, Italië en Duitsland. Hij concerteerde met befaamde solisten zoals Igor Oistrakh, José Van Dam, Murray Perahia, Augustin Dumay e.a. Van 1995 tot 2004 was hij dirigent van het Symfonieorkest van het Koninklijk Conservatorium Brussel, waar hij jarenlang eerst docent kamermuziek (1970-1994) en later directeur (1994-2003) was. Aansluitend werd hij artistiek directeur van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (2004-2014).
  • Biografie
Meer informatie
Kris Defoort
België
De Belg Kris Defoort is een belangrijke figuur binnen de Europese jazzwereld. Met zijn ensemble Dreamtime creëert hij een hoogsteigen muzikale taal die op een originele manier de traditionele jazzband herdefinieert. Zijn muziek wordt gekenmerkt door een ontmoeting tussen het klassieke en het jazzidioom, tussen uitgeschreven en geïmproviseerde passages.

Defoort studeerde blokfluit en oude muziek aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en volgde compositie en hedendaagse improvisatie in Luik. Gedreven door zijn fascinatie voor jazz trok hij naar New York waar hij drie jaar bleef. Hij was er vooral actief als jazzpianist en speelde met o.a. Lionel Hampton, Jack de Johnette, Adam Nussbaum, Michael Formanek, Tito Puente, Barry Altschul en vele anderen.

Na zijn terugkeer in België zette Defoort zijn muzikaal pad verder als componist, improviserend pianist en groepsleider van het sextet KD’s Basement Party, zijn trio KD’s Decade, Octurn en Dreamtime. Mede dankzij de steun van het Kunstencentrum De Werf in Brugge werden tal van projecten (onder andere Variations on a love supreme) op cd uitgebracht. Sinds 1998 is hij componist in residentie bij Het muziek LOD. Samen met Fatou Traore creëerde hij er de dansvoorstelling Passages, die op verschillende vooraanstaande Europese festivals te gast was (o.a. Festival d’Avignon, Salzburg en Charleroi-Danses). Eind 2001 componeerde hij in opdracht van LOD en het ro theater (Rotterdam) de muziek voor de opera The Woman Who Walked into Doors, gebaseerd op het gelijknamige boek van Roddy Doyle. Deze ‘opera for soprano, actress and videoscreen’, geensceneerd door Guy Cassiers, werd enorm geapprecieerd door de pers en het publiek doorheen Europa en werd in het najaar 2003 hernomen.

In 2002 schreef Defoort Conversations with the past, een werk voor blazers, piano, harp, contrabas en percussie in opdracht van deFilharmonie en presenteerde hij zijn jazz-cd Sound Plaza (Kris Defoort, Mark Turner, Nic Thys & Jim Black). In 2003 creëerde hij ConSerVations / ConVerSations, een project gebaseerd op renaissancemuziek. Samen met Claron McFadden, Dreamtime en het Danel Kwartet zocht Defoort ook hier weer naar een synthese tussen oud en nieuw, tussen klassiek en jazz. Hij kreeg in 2004 de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Muziek voor het jaar 2003.

Tijdens het seizoen 2006-2007 was hij artiest in residentie in het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel en kwam hij zowel als pianist/improvisator en als componist aan bod. Zo componeerde hij de pianocyclus Dedicatio, die door Jan Michiels gebracht werd. Speciaal voor hem schreef Kris Defoort negen intieme pianostukken, muzikale brieven, opgedragen aan mensen die hem nauw aan het hart liggen. Dedicatio VI was het verplichte werk voor de halve finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano in 2007.

In 2009 ging zijn tweede opera House of the Sleeping Beauties (productie LOD, Toneelhuis, De Munt), geregisseerd door Guy Cassiers, in wereldpremière in De Munt in Brussel. Daarna componeerde Kris Defoort voor de Brodsky Concerts, een voorstelling gebaseerd op teksten van Joseph Brodsky, waarbij hij samen met acteur Dirk Roofthooft op de scène stond. Momenteel componeert hij een nieuwe opera in samenwerking met Wajdi Mouawad (tekst en regie) die in wereldpremière gaat op het Festival van Aix-en-Provence in 2013.

Intussen blijft Kris Defoort actief als improviserend pianist in verschillende bezettingen en is hij verbonden aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij compositie, arrangement en improvisatie doceert.
  • Biografie
Meer informatie
Kimmo Hakola
Finland, °1958
De Koningin Elisabethwedstrijd heeft het onuitgegeven werk voor de finale van de Vioolwedstrijd 2019 in opdracht gegeven aan Kimmo Hakola. Het uitvoerend comité van de Wedstrijd wou de naam van de componist van het verplichte werk in de finale voor de eerste keer vóór het begin van de sessie aankondigen, zodat de muzikanten en het publiek het universum van de componist op voorhand kunnen ontdekken. De naam van het werk zal bekend gemaakt worden net voor het begin van de finale van de Vioolwedstrijd 2019.


Kimmo Hakola (1958) studeerde aan de Sibelius Academie. Eind jaren ‘80 kwam hij in de schijnwerpers te staan door de twee prijzen die hij won op UNESCO’s Internationale Tribune voor Componisten voor String Quartet (1987) en Capriole voor cello en klarinet (1991). Zijn werken werden gespeeld op grote internationale muziekevenementen en festivals, en zijn oeuvre kreeg in 2008 een groot klankbord op het Internationale Componistenfestival in Stockholm. Naast zijn zes opera’s (waaronder The Mastersingers of Mars en Akseli) en twee oratoria (Le Sacrifice, in opdracht van het IRCAM in 2002, en Song of Songs, 2006), omvat zijn corpus orkestwerken (Symphony n.1, Sinfonietta, Verdoyances crépuscules, Maro) en concerti voor verschillende instrumenten (piano, klarinet, hobo, fluit, gitaar, viool), alsook vocale muziek en koormuziek. Op het vlak van kamermuziek schreef hij vier strijkkwartetten en een klarinetkwintet (1998), de Kivi Songs (2007), Leonardo Etudes voor gitaar (2007), Kal voor elektrische harp, elektronica en kamermuziekensemble (2008) en Appassionato voor cello en piano (2009). Kimmo Hakola was componist-in-residentie bij het Joensuu City Orchestra, artistiek directeur van het Musica Nova Festival (1999-2006) en van het Kamerkoor van Helsinki (2005-2007) en het Lux Musicae Festival (2015-2018). In 2018 ontving hij de Composer of the Year Award van de Music Publishers Association. Zijn werken zijn opgenomen in de catalogi van Ondine en Innova Records.
  • Biografie
Meer informatie
Toshio Hosokawa
Japan, °1955
Toshio Hosokawa werd geboren in 1955 in Hiroshima. Hij studeerde compositie bij Isang Yun aan de Hochschule der Künste in Berlijn en bij Klaus Huber aan de Hochschule für Musik in Freiburg. In 1980 nam hij voor de eerste keer deel aan de Internationale Ferienkurse fur Neue Musik in Darmstadt. Sindsdien werd hij door de meest vermaarde orkesten, festivals en operahuizen in Europa, Amerika en Azië gevraagd om werken voor hen te componeren.

Veel van zijn werken werden gecreëerd door beroemde dirigenten, zoals Kazushi Ono, Jun Märkl, Kent Nagano, Sir Simon Rattle en Robin Ticciati. Voorbeelden hiervan zijn Hanjo, zijn tweede opera, in opdracht van het Festival van Aix-en-Provence in 2004, Circulating Ocean, een werk voor orkest, gecreëerd door de Wiener Philharmoniker op het Festival van Salzburg in 2005, en Woven Dreams, een orkestwerk gecomponeerd voor het Festival van Luzern en de Carnegie Hall, waarvoor hij in 2013 de International British Composer Award kreeg. In 2011 werden nog twee belangrijke werken van Toshio Hosokawa gecreëerd : zijn derde opera Matsukaze in de Munt en zijn Concerto voor hoorn, Moment of Blossoming, uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker. In 2013 werden op het Festival van Salzburg verschillende werken van hem gespeeld, waaronder twee wereldcreaties : Klage, voor sopraan en orkest, en Ancient Voices, voor blaaskwintet. Verder won hij in 2014 voor de derde keer de Otaka Prijs met zijn trompetconcerto Im Nebel.

In zijn recente werken, die hij voorstelt als een gebed of een requiem, probeert Toshio Hosokawa vooral de relatie tussen de natuur en de mens te beschrijven. In 2014 werden verschillende werken van hem gecreëerd, onder andere : Aeolus, Fluss en Drei Engel-Lieder. In opdracht van het Tokyo Metropolitan Symphony Orchestra schreef hij in 2015, voor hun 50ste verjaardag, Nach dem Sturm, een werk voor twee sopranen en orkest. Zijn meest recente opera, Stilles Meer 47 (tekst en regie van Oriza Hirata), een beschrijving van de stad Fukushima een aantal jaren na de verwoestende aardbeving die in 2011 het oosten van Japan trof, werd een groot succes bij het publiek.

In 2001 werd Toshio Hosokawa lid van de Akademie der Künste in Berlijn. Van 1998 tot 2007 was hij gastcomponist bij het Tokyo Symphony Orchestra, en in 2006/2007 bij het Deutsches Symphonie-Orchester, van 2006 tot 2008 ook bij het WDR Rundfunkchor en in 2013/2014 bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. In 2012 werd hij verkozen tot lid van de Bayerische Akademie der Schönen Kunste in München, en in hetzelfde jaar kreeg hij van de Japanse regering de Eremedaille met het paarse lint.

Momenteel is hij muziekdirecteur van het Takefu International Music Festival en gastdocent aan het College of Music in Tokio en aan de Elisabeth University of Music in Hiroshima.
  • Biografie
Meer informatie
Michael Jarrell
Zwitserland, °1958
Met elke nieuwe creatie voltooit Michael Jarrell zijn muzikale zelfportret ; het weerspiegelt een constante zoektocht naar duidelijkheid en precisie in zijn werk als componist.

Michael Jarrell studeerde compositie bij Eric Gaudibert in zijn geboortestad Genève, volgde diverse master classes in Tanglewood en voltooide zijn opleiding bij Klaus Huber in Freiburg. Tijdens zijn verblijf in de Cité des Arts in Parijs volgde hij aan het IRCAM een stage in muzikale informatica (1986-88). Vervolgens verbleef hij in de Villa Medici in Rome en daarna vervoegde hij het Istituto Svizzero di Roma (1989-90). Onder invloed van zijn studies beeldende kunst wordt het oeuvre van de componist sterk beïnvloed door zowel de muziek van Edgar Varèse als de kunst van Alberto Giacometti. Ook kenmerkend voor zijn werk is de verbinding tussen compositorische creativiteit en visueel denken: zijn Assonances, waaraan hij gewerkt heeft sinds 1983, worden gepresenteerd als een schetsboek. Zijn eerste grote werk voor elektronica, Congruences (1989), werd geïnspireerd door ruimtelijk- geometrische termen als niveau, perspectief, anamorfose en figuur, die hij transformeert in muzikale tijdseenheden.

Enkele aspecten van zijn oeuvre - zoals de helderheid van uitgewerkte klanktexturen, een zeker purisme in het recycleren van materiaal, de vindingrijkheid van zijn harmonieën - leveren een geluid op dat aanleunt bij dat van Franse componisten. Recente composities zijn La Chambre aux échos, dat Michael Jarrell gecomponeerd heeft voor het Ensemble intercontemporain ter gelegenheid van Pierre Boulez’ 85ste verjaardag in 2010, en ...Ombres... (2011) voor orkest. In 2012 was er de première van zijn celloconcerto Émergences (Nachlese VI) in Salt Lake City en Lyon, opgedragen aan Jean-Guihen Queyras, alsook de liederencyclus Nachlese Vb in Geneve en New York. In 2013 ging zijn monodrama Siegfried, nocturne (voor mannelijke stem en ensemble) in wereldpremière op het Wagner Festival in Genève en in januari 2014 vertolkte Nicolas Hodges zijn pianoconcerto Reflets voor het eerst op het KlangZeit Festival in Münster.

Michael Jarrell onderscheidt zich ook meer en meer op de bühne : in 1994 componeerde hij het monodrama Cassandre, waarin hij elektronica met conventionele timbres combineert, en in 2006 de opera Galileo, gebaseerd op het toneelstuk van Bertolt Brecht. In 2010 werd zijn muziektheaterwerk Le Père, naar Heiner Muller, voor het eerst uitgevoerd op het Festival van Schwetzingen. Dit seizoen hebben het Arditti Quartet en de Bamberger Symphoniker onder leiding van Jonathan Nott de wereldpremière gegeven van zijn nieuwe concerto Spuren voor strijkkwartet en orkest op het Festival Musica in Straatsburg. Dit werk was ook te horen in april 2015 in Vaduz, Liechtenstein en in Luzern met het Luzerner Sinfonieorchester. Hij werkt momenteel aan een nieuw concerto voor altviool voor Tabea Zimmermann.

Michael Jarrell heeft vele prijzen ontvangen, waaronder de Prix Acanthes (1983), de Beethovenprijs van de stad Bonn (1986), de Prix Marescotti (1986) en de Siemens-Forderpreis (1990). In 2004 werd hij benoemd tot Chevalier des Arts et des Lettres in Zwitserland. Hij is docent compositie aan de Universiteit van Wenen sinds 1993 en aan het Conservatorium van Genève sinds 2004.
  • Biografie
Meer informatie
Hanspeter Kyburz
Zwitserland
Hanspeter Kyburz werd in Lagos (Nigeria) geboren. Hij begon in 1980 in Graz compositie te studeren bij A. Dobrowolsky en Gösta Neuwirth en enkele jaren later in Berlijn, waar hij behalve zijn diploma compositie ook masters behaalde in musicologie, filosofie en kunstgeschiedenis. Na het winnen van enkele prijzen (de Boris Blacherprijs, een beurs van de Cité Internationale des Arts van Parijs, de Schneider-Schottprijs en laureaat van de Akademie der Künste van Berlijn) ging Kyburz in 1997 als docent compositie aan de Musikhochschule Hanns Eisler, eveneens in Berlijn, aan de slag. Daarnaast gaf hij les aan de Internationale Ferienkurse für Neue Musik in Darmstadt (1998), de Musikhochschule in Basel (2000-2002) en het Acanthes Festival in Metz (2010). In 2000 kreeg hij de prestigieuze Ernst von Siemens Muziekprijs. Hij heeft composities geschreven voor Ars Musica (Brussel), Musik der Zeit (Keulen), Wien Modern, Donaueschinger Musiktage, Steirischer Herbst, Ultraschall (Berlijn), de Wittener Tage für Neue Kammermusik en andere festivals en concertseries in Londen, New York, Parijs, Stuttgart en Luzern.
  • Biografie
Meer informatie
Frederik van Rossum
België, °1939
De in Brussel geboren componist Frederik van Rossum won na zijn Eerste Grote Prijs van Rome in 1965 nog talrijke andere internationale prijzen. In 1981 riep UNESCO’s Internationale Tribune voor Componisten in Parijs zijn Réquisitoire voor kopers en slagwerk uit tot het winnende oeuvre. Twee van zijn composities golden als verplicht werk in de Koningin Elisabethwedstrijd : zijn eerste concerto voor viool en orkest in 1980, dat vijfmaal in diverse uitvoeringen op cd uitgebracht werd, en zijn Aria a modo di vocalizzo voor de zangsessie van 1988. van Rossum geeft blijk van een uitzonderlijk orkestratietalent. Behalve heel wat werken voor orkest, met of zonder solist, heeft hij ook kamermuziek, scènemuziek en een opera geschreven. Zijn werken voor piano zijn uiterst rijk en gevarieerd. Voor dit instrument, dat hij op uitmuntende wijze bespeelt, heeft hij partituren geschreven waarvan enkele een ereplaats innemen in het geheel van zijn oeuvre. Frederik van Rossum was van 1995 tot 2000 huiscomponist van het Festival van Vlaanderen en is lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
  • Biografie
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Viool 2024
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN