Voorzitter van de jury
Marcel Poot
België, °1901 - 1988
Marcel Poot (1901-1988), zoon van Jan Poot, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, groeide op in een artistieke omgeving. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van de organist Gerard Nauwelaerts en vervolgens leerde hij van 1916 tot 1919 notenleer, piano en harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Arthur De Greef, José Sevenans en Martin Lunssens.
De eerste prijzen in contrapunt (1922) en fuga (1924) behaalde hij aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij Lodewijk Mortelmans. Bovendien was hij privé-leerling van Paul Gilson voor compositie en orkestratie.

Poot en Gilson waren samen de uitgevers van La Revue Musicale Belge, een tijdschrift dat vanaf 1925 verscheen. In datzelfde jaar richtte hij met zeven andere leerlingen van Gilson de groep Les Synthétistes op, met als doel de verworvenheden van de toenmalige muzikale evoluties te synthetiseren zonder de eigen individualiteit op te geven. In 1930 behaalde hij de Rubensprijs, waardoor hij drie maanden les kon volgen bij Paul Dukas aan de Ecole Normale de Musique te Parijs.

Zijn loopbaan startte Marcel Poot aan de Rijksmiddelbare school en als leraar piano, notenleer en muziekgeschiedenis aan de Academie van Vilvoorde. Voordat hij directeur werd van het Conservatorium van Brussel (1949-1966), doceerde hij er practische harmonie (1939) en contrapunt (1940-1949). Hij was onder meer lector aan het Institut Supérieur des Arts Décoratifs, rector van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (1970-1976), lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd (1963-1981), voorzitter van SABAM, de unie van Belgische Componisten en CISAC, en jurylid van verschillende compositiewedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Frans Brouw
België, Canada, °1929
Meer informatie
Reimar Dahlgrun
Meer informatie
Eduardo del Pueyo
°1905 - 1986
De Spaanse pianist en pedagoog Eduardo del Pueyo (1905-1986) verwierf in 1927 te Parijs bekendheid als pianist tijdens concerten die georganiseerd werden om de honderdste verjaardag van het overlijden van Beethoven te vieren. Enkele maanden later besloot hij - tot ieders verbazing - zijn carrière terzijde te schuiven om het onderricht van Marie Jaëll te bestuderen, leermeesteres van een nieuwe pedagogie gebaseerd op de psychofysiologie. Toen hij in 1937 weer in het openbaar verscheen in Brussel, was men verwonderd over zijn manier van spelen en zijn aanslag. Zijn lievelingscomponisten waren Beethoven, Liszt en Debussy, maar ook Spaanse componisten, zoals Albéniz. Vanaf 1947 was Eduardo del Pueyo leraar aan het Conservatorium van Brussel. Hij leidde een groot aantal pianisten op, waarvan verschillenden laureaat zouden worden bij de Koningin Elisabethwedstrijd.
  • Biografie
Meer informatie
André Dumortier
België, °1910 - 2004
Het leven en de carrière van André Dumortier, pianodocent en solist, bestreken zowat de volledige vorige eeuw. Hij werd geboren in Komen in 1910 in een familie van amateurmuzikanten. Door de oorlog verliet hij zijn geboortestad. In 1919 vestigde hij zich in Doornik waar hij zijn intrede nam in de School van de Broeders. Zijn muzikale gevoeligheid bracht hem al snel in het koor van de kathedraal, waar hij de gregoriaanse en polyfonische gezangen ontdekte. Ondertussen begon hij zijn studie piano aan het Conservatorium van Doornik. Zijn muzikale ontwikkeling verliep snel door de solide basis die hij verwief bij zijn moeder, een pianolerares. In 1920 gaf hij zijn eerste recital in Komen. In 1922 maakte hij kennis met La Damnation de Faust van Berlioz in Doornik. In de liederen, gezongen door zijn moeder met orkest en koor, ontdekte de jonge koorknaap de grondslagen van de westerse klassieke muziek. Hij besliste muzikant te worden.

In 1925 ging André Dumortier in de leer aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij José Sévenants, de voormalige assistent van Arthur De Greef, die zelf bij Franz Liszt gestudeerd had. In 1935 begeleidde hij de jonge Arthur Grumiaux en speelde in de hal van het Conservatorium van Parijs.

In 1938 werd hij een laureaat van het Concours Eugène Ysaÿe, de toekomstige Koningin Elisabethwedstrijd. Een reeks concerten voerde hem doorheen België, Frankrijk, Nederland en Engeland. Zijn eerste opnames maakte hij tijdens een bezoek aan Londen. Na de Tweede Wereldoorlog begon hij aan een dubbele carrière als solist en pedagoog. Zo werd hij docent piano aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in 1946, tot aan zijn pensioen in 1977. Ondertussen leidde hij het Conservatorium van Doornik van 1954 tot 1976. In 1988 begon hij interpretatiestages te geven in Doornik. Hij gaf ook master classes in Auxerre en Bayonne.

André Dumortier heeft verschillende opnames gemaakt, waaronder een dubbel-cd met de twee concerti van Weber en werk van Franck en Lekeu. Tijdens zijn carrière werd hij meermaals uitgenodigd als jurylid van de Koningin Elisabethwedstrijd, de Muziekkapel Koningin Elisabeth en een aantal Koninklijke Conservatoria in binnen- en buitenland. In 2010 publiceerde het Huis van Cultuur in Doornik de bundel Entretiens, die ook een biografie bevat.
  • Biografie
Meer informatie
Malcolm Frager
Verenigde Staten van Amerika, °1935 - 1991
Malcolm Frager was een jongere tijdgenoot van Leon Fleisher, John Browning en Van Cliburn. Net als zij won hij meerdere prijzen, te beginnen bij de Michaels Memorial Award in Chicago, gevolgd door de Leventritt Prijs in 1959 en een jaar later de Koningin Elisabethwedstrijd.

Op de leeftijd van 14 vatte hij een zesjarige studie aan in New York bij Carl Friedberg, een leerling van Clara Schumann. Daarna behaalde hij in 1957 een diploma in Russische studies aan de Columbia University. De Leventritt Award opende zowel in de Verenigde Staten als in het buitenland deuren; hij maakte zijn eerste tournee in 1959. In 1963 speelde hij niet alleen in Midden-en Zuid-Amerika, maar ook voor de eerste keer in de Sovjet-Unie. In 1969 voegde hij het Verre Oosten en Australië toe aan het lijstje.

Malcolm Frager specialiseerde zich in Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Chopin en Schumann en onder de twintigste-eeuwse componisten Prokofiev en Bartók in het bijzonder. Hij bracht veel tijd door met het zoeken naar originele versies van werken en groef zo Tchaikovsky's Concerto N. 1 op en Schumanns Fantasie in a mineur, dat later de eerste beweging werd van zijn enige pianoconcerto. Hij raakte geïnteresseerd in de achttiende-eeuwse fortepiano, waarop hij speelde en werken van Haydn en Mozart opnam, en schreef wetenschappelijke artikelen in zijn vrije tijd.
  • Biografie
Meer informatie
Raymond Gallois Montbrun
°1918 - 1994
Raymond Gallois Montbrun verliet zijn geboortestad Saigon op jonge leeftijd en hij voltooide zijn studies in Neuilly-sur-Seine. Van 1930 tot 1942 studeerde hij aan het Conservatorium van Parijs bij Firmin Touche (viool), Jean Gallon (harmonie), Noël Gallon (fuga en contrapunt) en Henri Busser (compositie). In 1942 won hij de Premier Second Grand Prix de Rome met de cantate Pygmalion délivré en in 1944 de Premier Grand Prix de Rome met de cantate Louise de la Miséricorde, op tekst van Charles Clerc.

Tussen 1944 en 1957 leidde hij een dubbele carrière als concertviolist en componist. Hij heeft een aantal concertreizen in Europa, de Sovjet-Unie, Noord-Afrika, het Midden-en Verre Oosten gemaakt en nam platen op voor Erato France. Aan het Franse Instituut van Tokio doceerde hij van 1952 tot 1954 viool en compositie. Ondertussen gaf hij conferenties in Japan, Duitsland en Canada over het Franse muzikale onderwijs.

Terwijl hij directeur van de Muziekschool van Versailles was (van 1957 tot 1962), zette Raymond Gallois Montbrun samen met de gemeente het Festival van Versailles op. In 1962 werd hij voorzitter van de Société des Concerts du Conservatoire (tot 1967) en directeur van het Conservatorium van Parijs (tot 1983). Daarna was hij nog artistiek directeur van het Long-Thibaud Concours, voorzitter van de 5 academies van het Institut de France en interim-voorzitter en voorzitter van het Uitvoerend Comité van de Long-Thibaudwedstrijd.

In 1980 werd Raymond Gallois Montbrun verkozen tot lid van de Franse Academie voor Schone Kunsten. Hij is ook Officier de la Légion d'Honneur, Grand Officier de l'Ordre du Mérite, Commandeur des Arts et Lettres et Membre de l'Institut.
  • Biografie
Meer informatie
Emil Gilels
Rusland (Federatie), °1916 - 1985
Emil Gilels werd geboren in Odessa en kwam niet uit een muzikale familie: zijn vader werkte als bediende in een suikerfabriek en zijn moeder zorgde voor de grote familie. Op de leeftijd van vijf werd hij naar Yakov Tkach gestuurd, een bekende pianopedagoog in Odessa. Op zijn twaalfde gaf hij zijn eerste openbare concert. In 1930 werd hij toegelaten tot het Conservatorium van Odessa in de klas van Berta Reingbald. Haar voornaamste doel was hem voor te bereiden voor zijn deelname aan de eerste All-Unionwedstrijd voor muzikanten, die werd aangekondigd voor 1933 in Moskou. Gilels' prestatie was een sensatie : toen hij klaar was, brak het auditorium uit in een staande ovatie en zelfs de jury stond recht om te applaudisseren. Unaniem werd hij aangeduid als winnaar. De wedstrijd veranderde zijn leven : hij was plotseling beroemd in het hele land en begon nadien aan een uitgebreide concerttournee doorheen de Sovjet-Unie.

In 1935 studeerde Emil Gilels af aan het Conservatorium van Odessa. Vervolgens werd hij toegelaten tot de klas van Heinrich Neuhaus aan het Conservatorium van Moskou, maar hij bleef concerten geven. Bij zijn aankomst in Moskou begin 1936 bracht dirigent Otto Klemperer Beethovens 3e Piano Concerto met niemand minder dan Gilels als solist. Later in 1936 nam hij deel aan zijn eerste internationale wedstrijd; die van Wenen. Ondanks de aandacht die hij van het Europese publiek kreeg en het onbetwistbare prestige van zijn finaleplaats, was hij niet tevreden met de tweede plaats die hem toegekend werd. De eerste plaats ging naar zijn vriend Jacob Flier, een meer romantische pianist.

In 1938 namen beiden deel aan de Koningin Elisabethwedstrijd. Van hen werd verwacht dat ze de overwinningen van de Sovjet-violisten van een jaar eerder, met onder anderen David Oistrakh als winnaar, zouden evenaren. Gilels werd bekroond met de eerste prijs en Flier kaapte de derde prijs weg. De hele muzikale wereld begon te praten over Emil Gilels. Na de wedstrijd zou hij aan een lange tournee beginnen, met inbegrip van een passage door de Verenigde Staten. Deze plannen werden echter abrupt onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Op eigen bodem werd hij een held: hij kreeg een medaille voor zijn prestaties, werd bij zijn terugkeer met een welkomstfeest vereerd en zijn naam kreeg evenveel bijklank als die van beroemde ontdekkingsreizigers, piloten en filmsterren.

Emil Gilels voltooide zijn studies in 1938 en begon zelf te onderwijzen aan het Conservatorium van Moskou. Door zijn vele concerten kon hij zich niet ten volle wijden aan zijn pedagogisch werk. Toch tellen we onder zijn leerlingen pianisten als Marina Mdivani, Valery Afanassiev, Igor Zhukov en de pianist-componist Vladimir Blok.

Toen de oorlog uitbrak, werd hij niet geëvacueerd met de rest van het Conservatorium. In plaats daarvan sloot hij zich aan bij de weerstand van de burgerbevolking en na een terugkeringsbevel begon hij op te treden aan het front en in ziekenhuizen. Begin 1943 voerde hij Stravinsky's bravourestuk Petroesjka uit voor de vermoeide bewoners van het belegerde toenmalige Leningrad.

Toen de oorlog eindigde, nam Emil Gilels een speciale missie op zich. Hij zou de Kunst van een zegevierend land vertegenwoordigen. Hij besteeg het podium tussen de ruïnes van Oost-Europa en begon al snel na de oorlog concertreizen te maken door Italië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk, Scandinavië en tal van andere landen. Hij werd onderscheiden met medailles en onderscheidingen en het publiek aanbad hem. In 1955 was Emil Gilels bovendien de eerste Sovjet-muzikant die sinds de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Staten reisde om op te treden.

Van de jaren 1950 tot 1970 stond hij in alle aspecten van zijn muziekspel op het hoogtepunt. Hij concerteerde onder de leiding van gerenommeerde dirigenten als Mravinsky, Melik-Pashayev, Svetlanov, Ivanov, Rakhlin, Gauk, Ginsburg, Eliasberg, Niyazi, Jarvi, Kitayenko, Dudarova, Barshai. Vooral zijn samenwerkingen met Sanderling en Kondrashin waren belangrijk en van lange duur. Binnen de Sovjet-Unie werkte hij verder samen met Gusman, Paverman, Maluntsyan, Gokieli, Kolomiytseva, Shaposhnikov, Gurtovoy, Rabinovich, Katz, Feldman, Vigners, Sherman, Stasevich, Sokolov, Tiulin, Kravchenko, Karapetyan, Dubrovsky, Tolba, Provatorov, Katayev, Aranovich, Chunikhin, Yadikh, Nikolayevsky en vele anderen. Hij ontdekte ook nieuwe, talentvolle dirigenten als Verbintsky en Ovchinikov.

Emil Gilels speelde ook in ensembles: met pianisten Flier en Zak, en later met zijn dochter Elena Gilels, violisten Elisabeth Gilels (zijn zus), Tziganov, Kogan, met het Beethoven Kwartet, in een trio met Tziganov en Shirinsky, evenals zijn eigen trio (Gilels, Kogan, Rostropovich), met fluitist Korneiv en de Franse hoornspeler Shapiro. In het buitenland werkte hij samen met het Amadeus Kwartet en het Sibelius Academy Quartet.

Emil Gilels nam daarnaast intensief platen op voor labels als Melodiya, Angel, Ariola, EMI, Eterna en Deutsche Grammophon, wat leidde tot een indrukwekkende discografie. Zijn vroegste opnames dateren uit de jaren 1930 en omvatten Loeillet-Godowsky's Gigue, de Fantasia op twee thema's uit Le nozze di Figaro van Mozart-Liszt-Busoni, Chopins Ballade nr. 1, de Rhapsodie hongroise nr. 9 van Liszt, Schumanns Toccata en Mendelssohns Duetto uit de Lieder ohne Worte. Al met al nam hij meer dan vijfhonderd werken op (nog afgezien van de meerdere versies die er van zijn hand bestaan van een aantal cycli en individuele stukken).

Hij was nog voorzitter van de jury van de eerste vier Internationale Tchaikovskywedstrijden, maar aan het einde van de jaren 1970 stopte Emil Gilels met al zijn activiteiten buiten het optreden. Hij trok zich terug als jurylid van internationale pianowedstrijden en gaf geen les meer.

Hij werd benoemd tot Artiest van het Volk van de Sovjet-Unie, ontving de Leninprijs (1962) en in 1976 ontving hij ter ere van zijn zestigste verjaardag de toenmalige hoogst mogelijke overheidsprijs, die van Held van de Socialistische Arbeiderspartij.
  • Biografie
Meer informatie
Franz Joseph Hirt
Zwitserland, °1899 - 1985
Meer informatie
Nikita Magaloff
Georgië, °1912 - 1992
Nikita Magaloff was een van de meest charismatische pianisten van de twintigste eeuw. Veel van zijn opnames zijn nog steeds beschikbaar en klinken modern, maar deze musicus was ooit bevriend met Rachmaninov, Prokofiev, van wie hij compositielessen kreeg, en Ravel, die een enthousiast bewonderaar van hem was. Hij concerteerde met de belangrijkste dirigenten en orkesten van toen en op de meest prestigieuze festivals. Hij werkte ook samen met toonaangevende strijkers als violist Joseph Szigeti.

Hij was kosmopolitisch ingesteld en had een breed repertoire met een voorkeur voor Chopin : hij speelde vaak volledige programma's met enkel werk van Chopin en had de eer de eerste te zijn om alle pianostukken van Chopin op te nemen. Maar zijn repertoire omvatte ook Beethoven, Mendelssohn, Mozart, Brahms, Schumann, Liszt, Debussy, Ravel, Fauré, Prokofiev, Rachmaninov, Stravinsky, Scriabin, en vele anderen. Veel van zijn opnames zijn beschikbaar bij Philips en Decca.

Nikita Magaloff werd geboren in St. Petersburg in 1912. Zijn familie vluchtte voor de revolutie toen hij zes was, reisde eerst naar Finland, vervolgens naar de Verenigde Staten, om zich uiteindelijk te vestigen in Parijs in 1922. Hij studeerde er aan het Conservatorium, waar zijn belangrijkste leraar Isidor Philipp was.

Het was in het Parijs van de jaren '20 dat Nikita Magaloff Prokofiev, Ravel en Rachmaninov ontmoette, componisten wiens muziek en invloed een belangrijke rol gespeeld hebben in zijn carrière. Ook raakte hij daar bevriend met Szigeti, die hem een breed scala van kamermuziek liet ontdekken en wiens dochter hij later zou trouwen.

Hoewel hij van de jaren 1920 tot 1950 erg actief was op tal van concertpodia en in de opnamestudio, leek zijn carrière pas vleugels te krijgen na 1960, misschien een gevolg van het stopzetten van zijn onderwijsactiviteiten ; van 1949 tot 1959 gaf hij regelmatig masterclasses aan het Conservatorium van Genève. Maar een deel van zijn late succes is misschien ook te danken aan de verandering in zijn stijl : hij nam meer risico, toonde een grotere passie en speelde met meer pit.

De meeste van de nog beschikbare opnames van Nikita Magaloff werden gemaakt na 1960. Hij bleef bezig gedurende de laatste drie decennia van zijn carrière en gaf zelfs aan het eind nauwelijks gas terug : in het seizoen 1990-1991 wijdde hij een zesdelige concertserie bijna volledige aan het oeuvre van Chopin.
  • Biografie
Meer informatie
Viktor Merjanov
Rusland (Federatie) - 2012
Viktor Merjanov is pianoleraar en directeur van de afdeling piano aan het Conservatorium van Moskou, waar hij zelf ooit les kreeg van professor Feinberg. Hij behaalde grote nationale en internationale prijzen, waaronder op de Chopinwedstrijd in 1949, die ook tal van zijn leerlingen op hun beurt weten te winnen.
Als solist, leraar en gastspreker trekt hij rond in de voormalige Sovjet-Unie en reist door naar vrijwel heel Europa tot in Cuba en de Verenigde Staten. Onder leiding van talrijke beroemde dirigenten als Kondrashin, Temirkanov, Maderna of Berglund gaf hij concerten.
Verder zijn van hem heel wat artikels in verband met muziek en pedagogie verschenen. Hij is lid van het comité van de International Music Union en voorzitter van de Rachmaninov Vereniging in Rusland. Hij zit ook de Rachmaninovwedstrijd in Moskou voor en zetelt als jurylid in tal van internationale pianowedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Vlado Perlemuter
Litouwen, Frankrijk, °1904 - 2002
Vlado Perlemuter was the third of four brothers whose father was a rabbi. Although born of Polish Jewish parents in Lithuania, at the age of four he was taken to Paris where he lived for the rest of his life and is therefore thought of as a French pianist. He began to learn the piano at the age of nine and two years later received piano lessons from Moritz Moszkowski which continued for the next two years. At thirteen he joined the piano class of Alfred Cortot at the Paris Conservatoire and when he was fifteen received a premier prix in piano. At the examination he played Fauré’s Theme and Variations Op. 73; the composer was chairman of the jury at the examination. The following year, when he was sixteen, he won a prix d’honneur for his performance of the Variations, Interlude and Finale on a theme of Rameau by Paul Dukas. His success continued when he won the Diémer Prize for which only those students who had already won a premier prix could compete. In 1921 he began to give concerts, subsequently occasionally meeting Gabriel Fauré, for whom he played.

A few years later Vlado Perlemuter heard Ravel’s Jeux d’eau and the impression this work made upon him led him to study and learn the complete works of Ravel between 1925 and 1927. For six months during 1927 Perlemuter had the rare opportunity of studying Ravel’s works with the composer himself, travelling regularly to the composer’s home in Montfort-l’Amaury. At this time he also studied with Robert Lortat. Two years later Perlemuter performed the complete solo piano works by Ravel in two recitals in Paris, the first pianist to do this. In 1953 he published details of his work with Ravel in a book entitled Ravel d’après Ravel (Lausanne 1953). He also gave chamber music recitals with Gabriel Bouillon, Pierre Fournier and the Calvet Quartet.

During the 1930s Vlado Perlemuter strove to establish a career as a pianist. In 1934 he played a few pieces by Prokofiev for The Music Society in London, and made his Wigmore Hall recital debut in 1937. It seems that rather than playing the music of Ravel for which he was so suited, he chose a stolid programme which included Bach’s Italian Concerto BWV 971 and Beethoven’s Piano Sonata in F minor Op. 57 ‘Appassionata’. Two years later he returned to the Wigmore Hall, this time choosing repertoire in which he was acknowledged as an interpreter: Ravel’s Sonatine, Schumann’s Études Symphoniques Op. 13, Beethoven’s Piano Sonata in E flat Op. 81a ‘Les Adieux’ and Chopin’s Préludes Op. 28.

In 1938, as World War II approached, Vlado Perlemuter was appointed as an assistant professor at the Paris Conservatoire; but by 1942 he was desperately trying to get himself and his wife to Switzerland as his name was on a list of French Jews to be arrested. Cortot, although Commissioner of High Arts in the Vichy government, did nothing to help him, something which Perlemuter never forgave. He was not permitted to perform in Switzerland, so the war years were a difficult time for Vlado Perlemuter, who had a breakdown requiring him to spend three years in a sanatorium. He returned to Paris in the late 1940s, in 1950 resuming his performing career and taking up a teaching post at the Paris Conservatoire: his most famous pupils are Michel Dalberto and Christian Zacharias.

Teaching was an important part of his career. He gave master classes in Japan, Britain and Canada and served on the juries of many piano competitions, but he also performed regularly in Europe, North Africa and Japan. He often visited Britain, but when he played at London’s Wigmore Hall in 1962 The Times’s critic referred to the concert erroneously as his London recital debut. Although Perlemuter rarely visited America, he was Pianist in Residence at Indiana University in Bloomington, Illinois; however he apparently returned to Europe before the end of his contract. He was made an Officier de la Légion d’honneur and a Commmandeur de l’Ordre des Arts et des Lettres.
  • Biografie
Meer informatie
Naum Sluszny
°1914 - 1979
Meer informatie
Vesseline Stoyanov
Bulgarije (Rep.), °1902 - 1969
Vesseline Stoyanov, zoon van Anastas Stoyanov en broer van Andrey Stoyanov, behoort tot de tweede generatie van de Bulgaarse componisten. Hij was een van de oprichters van de Hedendaagse Muziekvereniging in 1933 (later de Unie van Bulgaarse Componisten). Hij studeerde af aan de Rijksacademie voor Muziek in 1926, met als hoofdvak piano (bij zijn broer). In hetzelfde jaar schreef hij zich in aan de Weense Hochschule für Musik om piano te studeren bij V. Ebenstein en compositie bij F. Schmidt. Hij nam privé-lessen piano bij P. de Kohn en orkestratie bij Wunderer. Bij zijn terugkeer naar Bulgarije begon hij piano en muziektheorie te doceren (1931-1937) en hij werkte als pianist en dirigent. In 1937 begon hij aan de Staatsacademie muziektheoretische vakken te onderwijzen en in 1945 compositie en vormleer. Uiteindelijk werd hij verkozen tot decaan van de Faculteit Muziektheorie (1952) en rector van de Staatsacademie (1956-1962). Hij was ook directeur van de Opera van Sofia (1953-1954). Hij schreef en publiceerde artikels over muziekesthetiek, vormleer en hedendaagse Bulgaarse muziek.
  • Biografie
Meer informatie
Maria Tipo
Italië, °1931
Lees hier de biografie van Maria Tipo in het Engels
  • Biografie
Meer informatie
Friedrich Wührer
°1900 - 1975
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Viool 2024
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN