Voorzitter van de jury
Marcel Poot
België, °1901 - 1988
Marcel Poot (1901-1988), zoon van Jan Poot, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, groeide op in een artistieke omgeving. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van de organist Gerard Nauwelaerts en vervolgens leerde hij van 1916 tot 1919 notenleer, piano en harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Arthur De Greef, José Sevenans en Martin Lunssens.
De eerste prijzen in contrapunt (1922) en fuga (1924) behaalde hij aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij Lodewijk Mortelmans. Bovendien was hij privé-leerling van Paul Gilson voor compositie en orkestratie.

Poot en Gilson waren samen de uitgevers van La Revue Musicale Belge, een tijdschrift dat vanaf 1925 verscheen. In datzelfde jaar richtte hij met zeven andere leerlingen van Gilson de groep Les Synthétistes op, met als doel de verworvenheden van de toenmalige muzikale evoluties te synthetiseren zonder de eigen individualiteit op te geven. In 1930 behaalde hij de Rubensprijs, waardoor hij drie maanden les kon volgen bij Paul Dukas aan de Ecole Normale de Musique te Parijs.

Zijn loopbaan startte Marcel Poot aan de Rijksmiddelbare school en als leraar piano, notenleer en muziekgeschiedenis aan de Academie van Vilvoorde. Voordat hij directeur werd van het Conservatorium van Brussel (1949-1966), doceerde hij er practische harmonie (1939) en contrapunt (1940-1949). Hij was onder meer lector aan het Institut Supérieur des Arts Décoratifs, rector van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (1970-1976), lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd (1963-1981), voorzitter van SABAM, de unie van Belgische Componisten en CISAC, en jurylid van verschillende compositiewedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Guido Agosti
°1901 - 1989
Meer informatie
Alexandre Brailowsky
Rusland (Federatie), Frankrijk, °1896 - 1976
Alexander Brailowsky was een Russisch pianist die studeerde bij Busoni en Francis Plante. Hij maakte zijn debuut in Parijs in 1919 en in 1926 werd hij een Franse staatsburger. Hij specialiseerde zich in Chopin en gaf wereldwijd recitals van het integrale oeuvre van Chopin. Zijn opnamecarrière begon in het akoestische tijdperk en bleef duren tot ver voorbij de introductie van de stereo.
  • Biografie
Meer informatie
Reimar Dahlgrun
Meer informatie
Eduardo del Pueyo
°1905 - 1986
De Spaanse pianist en pedagoog Eduardo del Pueyo (1905-1986) verwierf in 1927 te Parijs bekendheid als pianist tijdens concerten die georganiseerd werden om de honderdste verjaardag van het overlijden van Beethoven te vieren. Enkele maanden later besloot hij - tot ieders verbazing - zijn carrière terzijde te schuiven om het onderricht van Marie Jaëll te bestuderen, leermeesteres van een nieuwe pedagogie gebaseerd op de psychofysiologie. Toen hij in 1937 weer in het openbaar verscheen in Brussel, was men verwonderd over zijn manier van spelen en zijn aanslag. Zijn lievelingscomponisten waren Beethoven, Liszt en Debussy, maar ook Spaanse componisten, zoals Albéniz. Vanaf 1947 was Eduardo del Pueyo leraar aan het Conservatorium van Brussel. Hij leidde een groot aantal pianisten op, waarvan verschillenden laureaat zouden worden bij de Koningin Elisabethwedstrijd.
  • Biografie
Meer informatie
Liuba Enceva
Bulgarije (Rep.), °1914 - 1989
De Bulgaarse pianiste en muzieklerares Liuba Enceva volgde haar eerste pianolessen bij haar moeder. In 1932 studeerde ze af aan het Conservatorium van Milaan. Ze specialiseerde zich vervolgens in Parijs bij Marcel Ciampi en Lazar Levy en in Berlijn bij Edwin Fischer. In 1936 won ze de zilveren medaille op de Internationale Wedstrijd van Wenen.

Sinds 1963 was ze professor piano aan het Conservatorium van Sofia, waar ze regelmatig doceerde sinds 1950, maar ze combineerde haar pedagogische activiteiten met een internationale concertcarrière. Wegens haar hoge artistieke integriteit werd Liuba Enceva uitgenodigd om in de jury's van internationale pianowedstrijden te zetelen, zoals de Tchaikovsky, Chopin, Koningin Elisabeth, Robert Schuman, Bach, Debussy en Busoni wedstrijden. Ze was een visiting professor aan de Muzishino Academy in Tokyo in 1981-82, periode waarin ze uitgebreid door Japan en Australië toerde. Ze gaf geregeld masterclasses en in 1985 richtte ze een Faculteit Muziek in de stad Isperih op.

In 1937 nam Liuba Enceva deel aan de opening van de Bulgarijehal in Sofia, met een uitvoering van het concert voor twee piano's en orkest van Johann Sebastian Bach met Dimitar Nenov, begeleid door het Sofia Philharmonic Orchestra, onder leiding van T. Tsankov. In 1946 keerde ze terug naar Sofia voor haar eerste concert na de Tweede Wereldoorlog. Later werd ze een gevestigde soliste bij Radio Sofia. In 1959 trad ze voor het eerst op met Sava Dimitrov op de klarinet, een duo dat gedurende 26 jaar langs tal van concertpodia toerde.

Voor het Alfa and Lehman Gorle label maakte ze de eerste opnames van werken van Pancho, Svetoslav Obretenov, Dimitar Nenov, Parashkev Hadjiev en Georgi Zlatev-Cherkin. In 1989 verzorgde ze haar laatste opname voor de Bulgaarse Nationale Radio, die op cd uitgegeven werd in 2009 ter gelegenheid van de 20e verjaardag van haar dood.

In 1952 ontving Liuba Enceva de Dimitrov Prijs en in 1979 werd ze bekroond met de titel van Artiest van het Volk van Bulgarije. In 1985 mocht ze de Prijs van de Dimitar Nenov Muziekdagen in Razgrad in ontvangst nemen. In 1997 schonk haar man Alexander Petrov haar geboortehuis aan de Young Talents Foundation. Sinds 2008 wordt er jaarlijks een wedstrijd onder haar naam georganiseerd in de Academie voor Muziek van Plovdiv. Er is ook een Kunstenstichting naar haar vernoemd.
  • Biografie
Meer informatie
Annie Fischer
°1914 - 1995
De Hongaarse pianiste Annie Fischer was een wonderkind. Tijdens haar eerste optreden, op achtjarige leeftijd, gaf ze Beethovens 1e Concerto ten beste. Ze studeerde aan de Academie voor Muziek in Boedapest bij Arnold Szekely en Ernst von Dohnanyi. In 1933 won ze de eerste prijs van het Liszt Pianoconcours in Boedapest. Vier jaar later trouwde ze met muziekcriticus Aladár Tóth. In 1941 emigreerde ze wegens haar joodse afkomst naar Zweden. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog keerde ze terug naar Hongarije.

Haar optredens brachten haar over de hele wereld. In 1955 werd ze benoemd tot hoogleraar aan de Academie voor Muziek in Boedapest. In haar latere jaren trad ze minder regelmatig op en meestal buiten de stad (zowel in Hongarije als in het buitenland). Haar mix van temperamentvol spel en gevoeligheid deed denken aan de traditie van de romantiek. Haar repertoire ging van Mozart tot Brahms. Ze maakte een aantal opnames van Mozarts concerti en van Bartoks 3e piano concerto.
  • Biografie
Meer informatie
Leon Fleisher
Verenigde Staten van Amerika, °1928 - 2020
De muzikale stamboom van pianist Leon Fleisher is opmerkelijk : hij was de jongste leerling ooit van Artur Schnabel, die zelf studeerde bij Theodor Leschetizky, een leerling van Carl Czerny, die op zijn beurt studeerde bij Ludwig van Beethoven. Hij maakte zijn debuut bij de New York Philharmonic in 1944 en werd in 1952 de eerste Amerikaan die de Koningin Elisabethwedstrijd won. Hij wierp zichzelf zo op als een van 's werelds grootste klassieke pianisten die met elk groot orkest opgetreden heeft en tal van klassiekers van opnames voor Columbia / Epic (nu Sony) gemaakt heeft.

Op het hoogtepunt van zijn succes, hij was toen 36, werd hij echter getroffen door een neurologische aandoening (later geïdentificeerd als focale dystonie), waardoor twee vingers van zijn rechterhand verkrampt geraakten. In plaats van een punt te zetten achter zijn carrière ging Leon Fleisher op zoek naar een nieuw leven in de muziek. Hij begon zich te richten op het repertoire voor de linkerhand alleen en zocht zich zo een nieuwe weg als solist, dirigent en docent. Experimentele behandelingen met botoxinjecties herstelden uiteindelijk de mobiliteit in zijn hand. Hij begon weer met beide handen te spelen en werd geloofd voor zijn opname uit 2004, toepasselijk getiteld Two Hands, en een aantal daaropvolgende opnames, meest recentelijk een met pianoconcerti van Mozart (Sony Classical, 2009).

Daarna keerde Leon Fleisher terug naar enkele van de meest prestigieuze Europese muzikale hoofdsteden - Londen, Parijs en Brussel - voor optredens met het London Philharmonic Orchestra in de Royal Festival Hall en in kamermuziek in Wigmore Hall, met het Orchestre Philharmonique de Radio France in de Salle Pleyel in Parijs en in recital in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Hij debuteerde als dirigent in het Verenigd Koninkrijk met het Scottish Chamber Orchestra, toerde de Verenigde Staten met het Irish Chamber Orchestra, als dirigent / solist met het Toronto Symphony Orchestra en als solist met de symfonische orkesten van St. Louis en Baltimore. Hij trad ook op in het Lincoln Center in New York en gaf master classes aan universiteiten en conservatoria doorheen de Verenigde Staten.

Onder zijn vele onderscheidingen en prijzen tellen we de Kennedy Center Honors in 2007 voor zijn bijdrage aan de Amerikaanse cultuur. Leon Fleisher is het onderwerp van de in 2006 voor een Oscar en Emmy genomineerde documentaire Two Hands, geschreven en geregisseerd door Nathaniel Kahn. Hij schreef zijn memoires, My Nine Lives: A Memoir of Many Careers in Music samen met Anne Midgette, muziekcriticus van de Washington Post.
  • Biografie
Meer informatie
Emil Gilels
Rusland (Federatie), °1916 - 1985
Emil Gilels werd geboren in Odessa en kwam niet uit een muzikale familie: zijn vader werkte als bediende in een suikerfabriek en zijn moeder zorgde voor de grote familie. Op de leeftijd van vijf werd hij naar Yakov Tkach gestuurd, een bekende pianopedagoog in Odessa. Op zijn twaalfde gaf hij zijn eerste openbare concert. In 1930 werd hij toegelaten tot het Conservatorium van Odessa in de klas van Berta Reingbald. Haar voornaamste doel was hem voor te bereiden voor zijn deelname aan de eerste All-Unionwedstrijd voor muzikanten, die werd aangekondigd voor 1933 in Moskou. Gilels' prestatie was een sensatie : toen hij klaar was, brak het auditorium uit in een staande ovatie en zelfs de jury stond recht om te applaudisseren. Unaniem werd hij aangeduid als winnaar. De wedstrijd veranderde zijn leven : hij was plotseling beroemd in het hele land en begon nadien aan een uitgebreide concerttournee doorheen de Sovjet-Unie.

In 1935 studeerde Emil Gilels af aan het Conservatorium van Odessa. Vervolgens werd hij toegelaten tot de klas van Heinrich Neuhaus aan het Conservatorium van Moskou, maar hij bleef concerten geven. Bij zijn aankomst in Moskou begin 1936 bracht dirigent Otto Klemperer Beethovens 3e Piano Concerto met niemand minder dan Gilels als solist. Later in 1936 nam hij deel aan zijn eerste internationale wedstrijd; die van Wenen. Ondanks de aandacht die hij van het Europese publiek kreeg en het onbetwistbare prestige van zijn finaleplaats, was hij niet tevreden met de tweede plaats die hem toegekend werd. De eerste plaats ging naar zijn vriend Jacob Flier, een meer romantische pianist.

In 1938 namen beiden deel aan de Koningin Elisabethwedstrijd. Van hen werd verwacht dat ze de overwinningen van de Sovjet-violisten van een jaar eerder, met onder anderen David Oistrakh als winnaar, zouden evenaren. Gilels werd bekroond met de eerste prijs en Flier kaapte de derde prijs weg. De hele muzikale wereld begon te praten over Emil Gilels. Na de wedstrijd zou hij aan een lange tournee beginnen, met inbegrip van een passage door de Verenigde Staten. Deze plannen werden echter abrupt onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Op eigen bodem werd hij een held: hij kreeg een medaille voor zijn prestaties, werd bij zijn terugkeer met een welkomstfeest vereerd en zijn naam kreeg evenveel bijklank als die van beroemde ontdekkingsreizigers, piloten en filmsterren.

Emil Gilels voltooide zijn studies in 1938 en begon zelf te onderwijzen aan het Conservatorium van Moskou. Door zijn vele concerten kon hij zich niet ten volle wijden aan zijn pedagogisch werk. Toch tellen we onder zijn leerlingen pianisten als Marina Mdivani, Valery Afanassiev, Igor Zhukov en de pianist-componist Vladimir Blok.

Toen de oorlog uitbrak, werd hij niet geëvacueerd met de rest van het Conservatorium. In plaats daarvan sloot hij zich aan bij de weerstand van de burgerbevolking en na een terugkeringsbevel begon hij op te treden aan het front en in ziekenhuizen. Begin 1943 voerde hij Stravinsky's bravourestuk Petroesjka uit voor de vermoeide bewoners van het belegerde toenmalige Leningrad.

Toen de oorlog eindigde, nam Emil Gilels een speciale missie op zich. Hij zou de Kunst van een zegevierend land vertegenwoordigen. Hij besteeg het podium tussen de ruïnes van Oost-Europa en begon al snel na de oorlog concertreizen te maken door Italië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk, Scandinavië en tal van andere landen. Hij werd onderscheiden met medailles en onderscheidingen en het publiek aanbad hem. In 1955 was Emil Gilels bovendien de eerste Sovjet-muzikant die sinds de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Staten reisde om op te treden.

Van de jaren 1950 tot 1970 stond hij in alle aspecten van zijn muziekspel op het hoogtepunt. Hij concerteerde onder de leiding van gerenommeerde dirigenten als Mravinsky, Melik-Pashayev, Svetlanov, Ivanov, Rakhlin, Gauk, Ginsburg, Eliasberg, Niyazi, Jarvi, Kitayenko, Dudarova, Barshai. Vooral zijn samenwerkingen met Sanderling en Kondrashin waren belangrijk en van lange duur. Binnen de Sovjet-Unie werkte hij verder samen met Gusman, Paverman, Maluntsyan, Gokieli, Kolomiytseva, Shaposhnikov, Gurtovoy, Rabinovich, Katz, Feldman, Vigners, Sherman, Stasevich, Sokolov, Tiulin, Kravchenko, Karapetyan, Dubrovsky, Tolba, Provatorov, Katayev, Aranovich, Chunikhin, Yadikh, Nikolayevsky en vele anderen. Hij ontdekte ook nieuwe, talentvolle dirigenten als Verbintsky en Ovchinikov.

Emil Gilels speelde ook in ensembles: met pianisten Flier en Zak, en later met zijn dochter Elena Gilels, violisten Elisabeth Gilels (zijn zus), Tziganov, Kogan, met het Beethoven Kwartet, in een trio met Tziganov en Shirinsky, evenals zijn eigen trio (Gilels, Kogan, Rostropovich), met fluitist Korneiv en de Franse hoornspeler Shapiro. In het buitenland werkte hij samen met het Amadeus Kwartet en het Sibelius Academy Quartet.

Emil Gilels nam daarnaast intensief platen op voor labels als Melodiya, Angel, Ariola, EMI, Eterna en Deutsche Grammophon, wat leidde tot een indrukwekkende discografie. Zijn vroegste opnames dateren uit de jaren 1930 en omvatten Loeillet-Godowsky's Gigue, de Fantasia op twee thema's uit Le nozze di Figaro van Mozart-Liszt-Busoni, Chopins Ballade nr. 1, de Rhapsodie hongroise nr. 9 van Liszt, Schumanns Toccata en Mendelssohns Duetto uit de Lieder ohne Worte. Al met al nam hij meer dan vijfhonderd werken op (nog afgezien van de meerdere versies die er van zijn hand bestaan van een aantal cycli en individuele stukken).

Hij was nog voorzitter van de jury van de eerste vier Internationale Tchaikovskywedstrijden, maar aan het einde van de jaren 1970 stopte Emil Gilels met al zijn activiteiten buiten het optreden. Hij trok zich terug als jurylid van internationale pianowedstrijden en gaf geen les meer.

Hij werd benoemd tot Artiest van het Volk van de Sovjet-Unie, ontving de Leninprijs (1962) en in 1976 ontving hij ter ere van zijn zestigste verjaardag de toenmalige hoogst mogelijke overheidsprijs, die van Held van de Socialistische Arbeiderspartij.
  • Biografie
Meer informatie
Franz Joseph Hirt
Zwitserland, °1899 - 1985
Meer informatie
Eugene Istomin
Verenigde Staten van Amerika, °1925 - 2003
Eugene Istomin werd lang erkend als een toonaangevend pianist van de 20e eeuw. Met zijn zeldzame combinatie van virtuositeit, poëtisch inzicht en aristocratische stijl won hij internationale bekendheid als muzikant in recitals, met orkest en ensembles. Hij werd geboren in New York City uit Russische ouders, beiden professionele zangers, en zijn muzikaal talent werd ontdekt op zijn zesde door de Russische pedagoog Alexander Siloti. Zes jaar later mocht hij aan het Curtis Institute beginnen studeren met Rudolf Serkin en Mieczyslaw Horzowski.

Eugene Istomin won zowel de Leventritt als de Philadelphia Orchestra Youth Award en maakte zo in dezelfde week zijn sensationele debuut met zowel het Philadelphia als het New York Philharmonic Orchestra. In 1950 was hij de jongste muzikant op het eerste Prades Festival onder de artistieke leiding van Pablo Casals. Vanaf dat moment gaf hij meer dan 4.000 concerten met vooraanstaande orkesten ter wereld en verscheen hij in recital op zes continenten.

Hij heeft opgetreden met legendarische dirigenten als Bruno Walter, Fritz Reiner, George Szell, Charles Munch, Dimitri Mitropolous, Eugene Ormandy en Leonard Bernstein. Eminente componisten als Henri Dutilleux, Roger Sessions en Ned Rorem, onder anderen, hebben werken voor hem geschreven.

Niet minder indrukwekkend dan zijn carrière als solist waren zijn beroemde optredens met het legendarische Istomin-Stern-Rose Trio, dat hij in 1960 oprichtte met zijn vrienden Isaac Stern en Leonard Rose. Veel van hun opnames worden nog steeds als een voorbeeld beschouwd van de hoogste normen in het maken van muziek. Naast muziek had Eugene Istomin een serieuze interesse in de beeldende kunst, literatuur en geschiedenis. Hij was ook gepassioneerd door sport, met name honkbal.

Eugene Istomin nam deel aan vele belangrijke gebeurtenissen in de wereld als cultureel ambassadeur onder het leiderschap van de Amerikaanse presidenten Eisenhower, Kennedy, Johnson, Nixon, Carter en Reagan. Hij trad op in het Witte Huis en speelde op drie belangrijke bijeenkomsten van de Verenigde Naties in New York. Hij nam daarnaast actief deel aan tal van evenementen om cultuur en onderwijs te bevorderen. In 1988 begon hij aan een vier maanden durende solorecitaltour langs dertig steden in Noord-Amerika, begeleid door zijn eigen pianotechnicus en met behulp van een speciaal ingerichte vrachtwagen met twee Steinway concertvleugels. Hiermee bracht hij concerten van het kaliber van grote steden naar de meest bescheiden locaties. Hij bleef deze reizen ondernemen gedurende acht opeenvolgende jaren.

In de loop van zijn lange carrière maakte Eugene Istomin tientallen opnames, waaronder concerti en solowerken, en met zijn beroemde trio bouwde hij een uitgebreid overzicht op van de kamermuziekliteratuur. In 2001 nam hij drie extra concerti met orkest op, waaronder Paul Parays Fantaisie voor piano en orkest (nooit opgenomen voorheen) met het Budapest Symphony Orchestra en Jean-Bernard Pommier.
  • Biografie
Meer informatie
Viktor Merjanov
Rusland (Federatie) - 2012
Viktor Merjanov is pianoleraar en directeur van de afdeling piano aan het Conservatorium van Moskou, waar hij zelf ooit les kreeg van professor Feinberg. Hij behaalde grote nationale en internationale prijzen, waaronder op de Chopinwedstrijd in 1949, die ook tal van zijn leerlingen op hun beurt weten te winnen.
Als solist, leraar en gastspreker trekt hij rond in de voormalige Sovjet-Unie en reist door naar vrijwel heel Europa tot in Cuba en de Verenigde Staten. Onder leiding van talrijke beroemde dirigenten als Kondrashin, Temirkanov, Maderna of Berglund gaf hij concerten.
Verder zijn van hem heel wat artikels in verband met muziek en pedagogie verschenen. Hij is lid van het comité van de International Music Union en voorzitter van de Rachmaninov Vereniging in Rusland. Hij zit ook de Rachmaninovwedstrijd in Moskou voor en zetelt als jurylid in tal van internationale pianowedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Vlado Perlemuter
Litouwen, Frankrijk, °1904 - 2002
Vlado Perlemuter was the third of four brothers whose father was a rabbi. Although born of Polish Jewish parents in Lithuania, at the age of four he was taken to Paris where he lived for the rest of his life and is therefore thought of as a French pianist. He began to learn the piano at the age of nine and two years later received piano lessons from Moritz Moszkowski which continued for the next two years. At thirteen he joined the piano class of Alfred Cortot at the Paris Conservatoire and when he was fifteen received a premier prix in piano. At the examination he played Fauré’s Theme and Variations Op. 73; the composer was chairman of the jury at the examination. The following year, when he was sixteen, he won a prix d’honneur for his performance of the Variations, Interlude and Finale on a theme of Rameau by Paul Dukas. His success continued when he won the Diémer Prize for which only those students who had already won a premier prix could compete. In 1921 he began to give concerts, subsequently occasionally meeting Gabriel Fauré, for whom he played.

A few years later Vlado Perlemuter heard Ravel’s Jeux d’eau and the impression this work made upon him led him to study and learn the complete works of Ravel between 1925 and 1927. For six months during 1927 Perlemuter had the rare opportunity of studying Ravel’s works with the composer himself, travelling regularly to the composer’s home in Montfort-l’Amaury. At this time he also studied with Robert Lortat. Two years later Perlemuter performed the complete solo piano works by Ravel in two recitals in Paris, the first pianist to do this. In 1953 he published details of his work with Ravel in a book entitled Ravel d’après Ravel (Lausanne 1953). He also gave chamber music recitals with Gabriel Bouillon, Pierre Fournier and the Calvet Quartet.

During the 1930s Vlado Perlemuter strove to establish a career as a pianist. In 1934 he played a few pieces by Prokofiev for The Music Society in London, and made his Wigmore Hall recital debut in 1937. It seems that rather than playing the music of Ravel for which he was so suited, he chose a stolid programme which included Bach’s Italian Concerto BWV 971 and Beethoven’s Piano Sonata in F minor Op. 57 ‘Appassionata’. Two years later he returned to the Wigmore Hall, this time choosing repertoire in which he was acknowledged as an interpreter: Ravel’s Sonatine, Schumann’s Études Symphoniques Op. 13, Beethoven’s Piano Sonata in E flat Op. 81a ‘Les Adieux’ and Chopin’s Préludes Op. 28.

In 1938, as World War II approached, Vlado Perlemuter was appointed as an assistant professor at the Paris Conservatoire; but by 1942 he was desperately trying to get himself and his wife to Switzerland as his name was on a list of French Jews to be arrested. Cortot, although Commissioner of High Arts in the Vichy government, did nothing to help him, something which Perlemuter never forgave. He was not permitted to perform in Switzerland, so the war years were a difficult time for Vlado Perlemuter, who had a breakdown requiring him to spend three years in a sanatorium. He returned to Paris in the late 1940s, in 1950 resuming his performing career and taking up a teaching post at the Paris Conservatoire: his most famous pupils are Michel Dalberto and Christian Zacharias.

Teaching was an important part of his career. He gave master classes in Japan, Britain and Canada and served on the juries of many piano competitions, but he also performed regularly in Europe, North Africa and Japan. He often visited Britain, but when he played at London’s Wigmore Hall in 1962 The Times’s critic referred to the concert erroneously as his London recital debut. Although Perlemuter rarely visited America, he was Pianist in Residence at Indiana University in Bloomington, Illinois; however he apparently returned to Europe before the end of his contract. He was made an Officier de la Légion d’honneur and a Commmandeur de l’Ordre des Arts et des Lettres.
  • Biografie
Meer informatie
Jenny Solheid
Meer informatie
Robert Steyaert
Meer informatie
Eugène Traey
België, °1915 - 2006
Eugène baron Traey (1915-2006), uit Belgische ouders in Amsterdam geboren, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen bij Emmanuel Durlet. Hij zette zijn studies voort bij Robert Casadesus in Parijs en bij Karl Leimer en Walter Gieseking in Duitsland. Na deze internationale opleiding als pianist gaf hij naast zijn concertloopbaan les aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, waar hij tot 1980 directeur was. Hij gaf recitals, concerten met orkest en speelde kamermuziek met Arthur Grumiaux en Jean Laurent en pianoduo's met Frédéric Gevers. Hijwas de grondlegger van kunstencentrum deSingel in Antwerpen en was geregeld jurylid bij gerenommeerde internationale muziekwedstrijden (Moskou, Warschau, München, Tokio e.a.). Eugène Traey was van 1982 tot 1995 juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd.
  • Biografie
Meer informatie
Sonia Valine
Meer informatie
Monique (Yver) de la Bruchollerie
Frankrijk, °1915 - 1973
Het was een gelukkig toeval voor Monique de la Bruchollerie's toekomstige carrière dat haar ouders bevriend waren met de legendarische pianist en leraar Isidor Philipp, de ontdekker van haar talent. Amper 7 jaar oud begon ze bij hem aan het Conservatorium van Parijs te studeren. Op haar dertiende studeerde ze er af en ze vervolmaakte zich vervolgens bij Alfred Cortot in Parijs, Emil von Sauer in Wenen en Raul Kochalski in Berlijn.

In 1932 gaf ze een concert in de Parijse Salle Pleyel met het orkest van de Société des Concerts du Conservatoire onder leiding van Charles Munch. Haar vertolking van drie pianoconcerten luidde het begin in van een internationale carrière en leverde haar een exclusief contract voor drie jaar op met de Société des Concerts.

Monique de la Bruchollerie nam vervolgens deel aan drie internationale concoursen: in Wenen (3e prijs, 1936), Warschau (3e Chopin Concours, 7e prijs) en Brussel (Eugène Ysaÿe, 10e prijs, 1938).

Haar concertcarrière kreeg een nieuwe dynamiek na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de jaren 1940, '50 en '60 speelde ze enkele tientallen concerten per jaar. Ze debuteerde in de Verenigde Staten met het Boston Symphony Orchestra onder Ernest Ansermet in 1952. Vervolgens verscheen ze als soliste in New York, Philadelphia, Chicago en andere Amerikaanse steden. Haar vijf optredens gegeven binnen twee weken in Carnegie Hall worden beschouwd als een uitzonderlijk evenement in de geschiedenis van de beroemde concertzaal. Haar repertoire was zeer breed, met werken van Bach, Mozart, Clementi, Mendelssohn, Chopin, Schumann, Liszt, Brahms, Debussy, Franck, de Falla, Szymanowski, Rachmaninov, Prokofiev en Sjostakovitsj.

In 1969, tijdens een serie concerten in Roemenië, raakte Monique de La Bruchollerie gewond bij een auto-ongeluk dat een einde maakte aan haar leven als soliste. Ze wijdde de rest van haar leven aan het onderwijs. Ze liet een paar opnames na met pianoconcerten en solo-stukken van onder andere Chopin, Brahms, Tsjaikovski, Mozart, Franck en Rachmaninov. Ze was jurylid op een aantal internationale wedstrijden in Parijs, Boedapest, Versailles en München.
  • Biografie
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Viool 2024
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN