Voorzitter van de jury
Marcel Poot
België, °1901 - 1988
Marcel Poot (1901-1988), zoon van Jan Poot, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, groeide op in een artistieke omgeving. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van de organist Gerard Nauwelaerts en vervolgens leerde hij van 1916 tot 1919 notenleer, piano en harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Arthur De Greef, José Sevenans en Martin Lunssens.
De eerste prijzen in contrapunt (1922) en fuga (1924) behaalde hij aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij Lodewijk Mortelmans. Bovendien was hij privé-leerling van Paul Gilson voor compositie en orkestratie.

Poot en Gilson waren samen de uitgevers van La Revue Musicale Belge, een tijdschrift dat vanaf 1925 verscheen. In datzelfde jaar richtte hij met zeven andere leerlingen van Gilson de groep Les Synthétistes op, met als doel de verworvenheden van de toenmalige muzikale evoluties te synthetiseren zonder de eigen individualiteit op te geven. In 1930 behaalde hij de Rubensprijs, waardoor hij drie maanden les kon volgen bij Paul Dukas aan de Ecole Normale de Musique te Parijs.

Zijn loopbaan startte Marcel Poot aan de Rijksmiddelbare school en als leraar piano, notenleer en muziekgeschiedenis aan de Academie van Vilvoorde. Voordat hij directeur werd van het Conservatorium van Brussel (1949-1966), doceerde hij er practische harmonie (1939) en contrapunt (1940-1949). Hij was onder meer lector aan het Institut Supérieur des Arts Décoratifs, rector van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (1970-1976), lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd (1963-1981), voorzitter van SABAM, de unie van Belgische Componisten en CISAC, en jurylid van verschillende compositiewedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Franz André
België, °1893 - 1975
De Brusselse dirigent Franz André (1893-1975) voltooide zijn muzikale studies aan het Conservatorium van Brussel. Hij ontving de eerste prijs voor viool in 1912 en raakte al snel gepassioneerd door orkestdirectie. Bij de oprichting van Radio-België in 1923 werd hij benoemd tot tweede dirigent van het Radio Orkest. In 1930 leidde hij een van de drie orkesten van het net opgerichte Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R. - I.N.R.). Vijf jaar later zette hij het Groot Symfonisch Orkest van het N.I.R. - I.N.R. op poten, dat hij tot een van de meest beroemde orkesten van Europa maakte, en waarmee hij talrijke moderne creaties uitvoerde. Van 1951 tot 1964 was Franz André de vaste dirigent van de Koningin Elisabethwedstrijd.
  • Biografie
Meer informatie
Yvonne Astruc
Meer informatie
Vladimir Avramov
Bulgarije (Rep.), °1909 - 2007
Meer informatie
Luigi Cortese
Italië, °1899 - 1976
Meer informatie
Raymond Gallois Montbrun
, °1918 - 1994
Raymond Gallois Montbrun verliet zijn geboortestad Saigon op jonge leeftijd en hij voltooide zijn studies in Neuilly-sur-Seine. Van 1930 tot 1942 studeerde hij aan het Conservatorium van Parijs bij Firmin Touche (viool), Jean Gallon (harmonie), Noël Gallon (fuga en contrapunt) en Henri Busser (compositie). In 1942 won hij de Premier Second Grand Prix de Rome met de cantate Pygmalion délivré en in 1944 de Premier Grand Prix de Rome met de cantate Louise de la Miséricorde, op tekst van Charles Clerc.

Tussen 1944 en 1957 leidde hij een dubbele carrière als concertviolist en componist. Hij heeft een aantal concertreizen in Europa, de Sovjet-Unie, Noord-Afrika, het Midden-en Verre Oosten gemaakt en nam platen op voor Erato France. Aan het Franse Instituut van Tokio doceerde hij van 1952 tot 1954 viool en compositie. Ondertussen gaf hij conferenties in Japan, Duitsland en Canada over het Franse muzikale onderwijs.

Terwijl hij directeur van de Muziekschool van Versailles was (van 1957 tot 1962), zette Raymond Gallois Montbrun samen met de gemeente het Festival van Versailles op. In 1962 werd hij voorzitter van de Société des Concerts du Conservatoire (tot 1967) en directeur van het Conservatorium van Parijs (tot 1983). Daarna was hij nog artistiek directeur van het Long-Thibaud Concours, voorzitter van de 5 academies van het Institut de France en interim-voorzitter en voorzitter van het Uitvoerend Comité van de Long-Thibaudwedstrijd.

In 1980 werd Raymond Gallois Montbrun verkozen tot lid van de Franse Academie voor Schone Kunsten. Hij is ook Officier de la Légion d'Honneur, Grand Officier de l'Ordre du Mérite, Commandeur des Arts et Lettres et Membre de l'Institut.
  • Biografie
Meer informatie
André Gertler
Hongarije (Rep.), °1907 - 1998
André Gertler was een prominente twintigste-eeuwse violist wiens veilige intonatie, indrukwekkende techniek en interpretatie-inzicht hem onderscheidde van de meeste van zijn tijdgenoten. Had hij zijn aandacht niet zo sterk gericht op hedendaagse muziek, dan zou hij wellicht beter bekend zijn geweest bij het grote publiek. Hij speelde alle vioolwerken van Bartók en gaf veel kamermuziekconcerten met de componist zelf. Hij speelde ook concerten met werk van Berg en Hindemith in een tijd waarin deze drie componisten nog niet veel weerklank kenden. Hij gaf daarnaast zelfs premières van werken van Alexandre Tansman, Lars-Erik Larsson, Niels Viggo Bentzon, Matyas Seiber, en andere minder bekende figuren. Maar zijn repertoire bevatte ook delen van het grote repertoire, zoals concerti van Bach, Tartini, Mozart en Beethoven, en een behoorlijk aantal stukken kamermuziek. Door hernieuwde interesse in de carrière van Gertler zijn een aantal van zijn niet meer verkrijgbare opnamen gerestaureerd en uitgegeven bij labels zoals Hungaroton en Supraphon.

André Gertler werd geboren in Boedapest en studeerde er van 1914 tot 1925 aan de Franz Liszt Academie, waar zijn belangrijkste leraren violist Jenö Hubay en componist Zoltán Kodály waren. In 1920 begon hij op beperkte schaal in Europa op te treden en geraakte zo bevriend met Bartók. De twee verschenen regelmatig samen in concert van 1925 tot 1938. Tijdens deze periode, evenals het grootste deel van zijn carrière, trad André Gertler ook op met zijn vrouw, pianiste Diane Andersen. In 1928 vestigde hij zich in Brussel en drie jaar later richtte hij er een strijkkwartet op dat zijn naam droeg. Het zou actief blijven tot 1951.

In de tweede helft van zijn carrière was hij erg actief als leraar: van 1940 was hij professor aan het Brusselse Conservatorium, later doceerde hij in Keulen aan de Staatliche Hochschule für Musik (van 1954 tot 1959) en na 1963 aan de Hochschule für Musik und Theater in Hannover.
  • Biografie
Meer informatie
Josef Gingold
Polen, °1909 - 1995
Josef Gingold werd geboren in Brest-Litovsk, Rusland, en begon viool te spelen op de leeftijd van drie. Voordat de Gingold familie naar de Verenigde Staten trok in 1920, werd ze opgesloten in een Duits interneringskamp tijdens de Eerste Wereldoorlog. Desondanks sprak hij altijd met optimisme en vrolijkheid over zijn moeilijke beginjaren. Hij studeerde in New York bij Vladimir Graffman en van 1927 tot 1929 in België bij Eugene Ysaÿe, een periode waarin hij veel concerten in België, Nederland en Frankrijk gaf.

Hij keerde terug naar de VS tijdens de Grote Depressie en voorzag zijn familie van een inkomen door Broadway-shows te geven en andere commerciële opdrachten in New York uit te voeren. In 1934 trouwde hij met violist Gladys Anderson. In 1937 werd hij mede-oprichter van het NBC Symphony Orchestra onder leiding van Arturo Toscanini. Hij bleef daar zeven jaar voordat hij aan de slag ging als concertmeester van de Detroit Symphony. In 1947 trad hij toe tot het Cleveland Orchestra op uitnodiging van de dirigent George Szell. Tijdens zijn 13 jaar als concertmeester in Cleveland ontwikkelde het orkest zich van een fijn ensemble tot een van de beste orkesten ter wereld.

In 1960 begon Josef Gingold te doceren aan de Universiteit van Indiana, tot aan zijn dood in 1995. Hoewel hij wereldwijd tal van onderscheidingen en prijzen kreeg, vond hij niets zo belangrijk als de tijd die hij doorbracht met zijn studenten. De Josef Gingold Scholarship wordt jaarlijks toegekend aan talentvolle studenten viool aan de Indiana University School of Music.
  • Biografie
Meer informatie
Arthur Grumiaux
België, °1921 - 1986
Arthur Grumiaux wordt beschouwd als één van de weinige echt grote vioolvirtuozen van de twintigste eeuw. In zijn relatief korte leven leverde hij tal van opmerkelijke prestaties. Zijn optredens waren een voorbeeld van technische beheersing, trouw aan de opzet van de componist en gevoeligheid voor de ingewikkelde afbakeningen van de muzikale structuur. Hij werd geroemd voor zijn buitengewone vertolkingen van vioolconcerti en zijn kamermuziekoptredens met zijn eigen Grumiaux Trio.

Arthur Grumiaux werd geboren in een Belgisch arbeidersgezin en het was zijn grootvader die hem op zijn vierde aanspoorde met muziek te beginnen. Hij studeerde viool en piano bij Fernand Quintet aan het Conservatorium van Charleroi. Op zijn twaalfde begon hij te werken met Alfred Dubois aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Daarnaast studeerde hij contrapunt en fuga bij Jean Absil. Al voor zijn twintigste mocht hij een aantal prijzen in ontvangst nemen : de Henry Vieuxtemps en François Prume prijzen in 1939 en de Prix de Virtuosité van de Belgische overheid in 1940. In dezelfde periode studeerde hij ook privé in Parijs compositie bij George Enescu.

In België maakte hij zijn debuut met het Brussels Philharmonic Orchestra (met het Mendelssohn concerto) en in Groot-Brittannië met het BBC Symphonic Orchestra, in 1945. Als gevolg van de Duitse inval in België zat er een kort tijdsverschil tussen deze twee belangrijke gebeurtenissen. In dat interval speelde hij privé met diverse kleine ensembles, terwijl hij zich onthield van elk openbaar optreden. Ongeacht deze lichte vertraging in de start van zijn internationale carrière, ging het daarna snel vooruit. Na zijn Britse debuut klom hij op in de Belgische academische wereld, toen hij werd benoemd tot professor viool aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Daar benadrukte hij het belang van frasering, de kwaliteit van het geluid en de hoge technische normen die van een muzikant gevraagd worden.

Arthur Grumiaux maakte meer dan 30 opnames, bijna alle bij Philips, hoewel zijn naam ook te zien is op de etiketten van EMI, Belart en Music & Arts. Onder de titels tellen we werken van Bach, Beethoven, Brahms, Mozart, en Schubert, en af en toe Ravel en Debussy.

Zijn optredens en opnames met pianiste Clara Haskil lagen hem nauw aan het hart. Af en toe wisselden beide muzikanten van instrument om een ander perspectief en een nauwere muzikale band te ontwikkelen. Haar overlijden door een val op een treinstation, op weg naar een concert met hem in Brussel, liet een professionele en persoonlijke leegte na.

Naast zijn solowerk maakte hij opnames met het Grumiaux Ensemble en het Grumiaux Trio, dat bestond uit het Hongaarse man-vrouwduo Georges Janzer (viool) en Eva Czako (cello). Zijn succesvolle carrière leidde tot een koninklijke erkenning toen hij in 1973 tot baron verheven werd door Koning Boudewijn.
  • Biografie
Meer informatie
Georges Maes
België, °1914 - 1976
Op zevenjarige leeftijd kreeg Georges Maes (1914-1976) zijn eerste viool en ging hij muziekles volgen aan de muziekschool van Ledeberg. Op zijn tiende maakte hij deel uit van een jeugdig kamerensemble, dat geregeld publieke concerten gaf. Als veertienjarige werd hij ingeschreven aan het Koninklijk Conservatorium Gent, waar hij in een opmerkelijk tempo diverse eerste prijzen behaalde : notenleer (1929), viool (1931), kamermuziek en snaarkwartet (1933), en in 1935, o.l.v. H. Gadeyne, de virtuositeitsprijs voor viool. Dit werd het startpunt voor een loopbaan van uitvoerend kunstenaar.

Datzelfde jaar werd hij in Oostende aangeworven als eerste viool bij het Kursaalorkest, en in Gent als concertmeester van het Operaorkest. Daarbij kwamen nog een lesopdracht aan de MA te Aalst en solo-optredens bij het Nationaal Instituut voor de Radio. Zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium Gent zette hij intussen onverdroten verder; hij behaalde er een eerste prijs harmonie (1936), een eerste prijs contrapunt (1937) en een eerste prijs fuga (1938). Ondertussen volgde hij ook lessen compositie en orkestdirectie bij J. Toussaint de Sutter en vervolmaakte hij zijn viooltechniek bij Zimmer en Jacobsen.

Nadat Georges Maes in 1940 de 18-daagse veldtocht had meegemaakt, kwam hij als krijgsgevangene terecht in het kamp Stalag XII, waar hij drie maanden verbleef. Bij zijn terugkeer werd hij als eerste viool aangeworven bij het Nationaal Orkest van België, waarmee hij tot 1958 verbonden zou blijven.

Centraal in zijn belangstelling en liefde voor de muziek stond echter de kamermuziek. In 1942 werd hij dan ook lid van het toen pas opgerichte kwartet De Groote. Toen dit reeds na vier jaar uiteenviel, nam hij zelf het initiatief en richtte na de oorlog, in 1946, het strijkkwartet Haydn op, met hemzelf en Louis Hertogh als violisten, Louis Logie, altviool en René Pousseele, cello. Tijdens de vijftien jaar van zijn bestaan verwierf het Haydn Kwartet met gemiddeld 60 concerten per jaar nationale en internationale faam.

In 1958 werd hij leraar kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, waar hij met de jonge musici uit 18 verschillende landen die hij opleidde, schitterende resultaten zou behalen.

In datzelfde jaar bouwde hij, op vraag van Jan Briers, de pionier van het Festival van Vlaanderen, rond de kern van het Haydn Kwartet een verruimd kamerorkest uit, de ‘Solisten van het Belgisch Kamerorkest’, het ensemble dat zijn levenswerk zou worden. Als stichter, dirigent en concertmeester van het BK was Georges Maes een groot promotor van de kamermuziek in Vlaanderen. Met de Solisten heeft hij ook tot de vernieuwing van het kamermuziekrepertoire in België bijgedragen. Hij bracht o.m. bewerkingen van vergeten werk van 17e- en 18e-eeuwse meesters van eigen bodem, als Bréhy, Loeillet, Fiocco, Boutmy, maar ook, vooral in het kader van het Festival van Vlaanderen, tientallen creaties van hedendaagse Vlaamse componisten : M. Poot, R. Chevreuille, J. Maes, J. Decadt, Vandermaes-brugge, Laporte, E. Gistelinck, V; Legley, R. Herberigs, R. Van der Velden en vele anderen.

In 1968 kreeg hij om zijn inspanningen om de Belgische muziek in binnen- en buitenland bekend te maken de Fuga-trofee van de Unie van Belgische toondichters. Een hoogtepunt van de internationale prestaties van de Solisten vormden de concerten in de Sovjetunie in 1975. Van 1960 tot aan zijn plotse dood in 1976 was hij directeur van het Stedelijk Conservatorium te Oostende, dat onder zijn leiding een grote uitbreiding en kwaliteitsverhoging onderging. In 1970 werd hij op zijn verzoek als leraar kamermuziek van het Koninklijk Conservatorium Brussel overgeplaatst naar het Koninklijk Conservatorium Gent. Op organisatorisch en pedagogisch vlak was hij actief in allerlei commissies en examenjury’s. Ook bij Jeugd en Muziek leidde hij kamermuzieksessies. In 1974 was zijn benoeming tot Professor aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth de bekroning van zijn pedagogisch werk.
  • Biografie
Meer informatie
Yehudi Menuhin
Groot-Brittannië, Zwitserland, °1916 - 1999
Yehudi Menuhin werd geboren in New York uit Russisch-joodse ouders, maar werd later een Brits onderdaan. Op zijn zevende maakte hij zijn viooldebuut met de San Francisco Symphony en Lalo's Symphonie Espagnole, een jaar later gevolgd door zijn eerste recital in New York. Tegen de tijd dat hij elf was had hij zijn historische debuten gemaakt in de Carnegie Hall en in Parijs, op zijn twaalfde debuteerde hij in Berlijn en op zijn dertiende in Londen. Zijn carrière zou hem over de hele wereld brengen en hij zou optreden met alle toonaangevende dirigenten en orkesten. Hij verwierf niet alleen faam als een groot muzikant, maar is net zo erkend voor zijn humanistische engagement, geïllustreerd door zijn werk voor jongeren, voor zijn internationale samenwerkingen en voor alle zaken die hem nauw aan het hart lagen.

Het was tijdens zijn eerste bezoek aan lndië in 1952, op uitnodiging van premier Pandit Nehru, dat hij Ravi Shankar ontmoette. Hij ontwikkelde een grote bewondering voor zowel Shankar als de Indiase muziek. Ze gaven tal van concerten samen en maakten vele opnames die miljoenen verkochten. De opbrengst van de concerten van zijn tournee in India werden geschonken aan een goed doel. In 1960 werd hij bekroond met de Nehru Peace Prize for International Understanding. Zo'n dertig jaar later, in 1992, werd hij geëerd met de titel van Goodwill Ambassador van UNESCO.

Uit erkentelijkheid voor de vele concerten die hij voor de geallieerden gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog - van zodra hij kon vloog hij over vanuit Amerika in een militair vliegtuig - ontving Yehudi Menuhin verschillende onderscheidingen, waaronder de Légion d'Honneur en de Croix de Lorraine in Frankrijk, de Orde van Verdienste in Duitsland, de Leopoldsorde en de Kroonorde van België, de Royal Philharmonic Society Gold Medal in Engeland en in 1995 de Gran Cruz de la Orden del Merito Civil. Koningin Elizabeth II verhief hem in de ridderorde in 1965 en schonk hem de Orde van Verdienste in 1987, gevolgd door een levenslange vermelding in de Verjaardagserelijst van de Koningin in 1993.

Yehudi Menuhin is eredoctor van meer dan 30 universiteiten wereldwijd, waaronder die van Oxford, Cambridge, St Andrew's en de Sorbonne, en werd benoemd tot burger van de steden Edinburgh, Bath, Reims en Warschau. Daarnaast ontving hij de Gouden Medailles van Parijs, New York en Jeruzalem. Hij was ook de eerste westerling die tot erehoogleraar van het Conservatorium van Beijing benoemd werd, ter erkenning van zijn concerten in China en van zijn inspanningen om tal van jonge Chinese violisten te helpen hun studie voort te zetten in het Westen.

In 1963 maakte Yehudi Menuhin een van zijn grootste ambities waar; het creëren van een kostschool voor jonge veelbelovende muzikanten (vanaf de leeftijd van zeven), die gebaseerd is op het model van de Central School van Moskou, waar de studenten onder één dak zowel hun schoolopleiding als hun muzikale vorming krijgen. Tal van studenten van de Yehudi Menuhin School, nu officieel geassocieerd aan zijn Moskouse equivalent, hebben universitaire studiebeurzen weten te behalen. In 1977 richtte hij de International Menuhin Music Academy voor jonge afgestudeerde strijkers op in Gstaad, Zwitserland, de thuisbasis van het Menuhin Music Festival, waarvan hij gedurende 40 jaar artistiek directeur was en waarvoor hij met de Zwitserse nationaliteit werd bekroond.

Yehudi Menuhin maakte zijn eerste plaat op de leeftijd van twaalf en een jaar later begon zijn jarenlange samenwerking met HMV/EMI. Hij heeft ook voor Deutsche Grammophon opnames gemaakt (de complete Beethoven sonates met Wilhelm Kempff) en voerde talrijke orkestwerken uit voor Philips, Virgin, Nimbus en andere labels. Een groot aantal van zijn vroege opnames werden door Biddulph Recordings heruitgebracht op cd ter gelegenheid van zijn 75e en 80e verjaardag, en IMG Records gaf een cd-koffer uit met de integrale symfonieën van Beethoven, uitgevoerd door de Sinfonia Varsovia onder de leiding van Lord Menuhin.
  • Biografie
Meer informatie
David Oistrakh
Rusland (Federatie), °1908 - 1974
David Oistrakh (1908-1974) is considered the premiere violinist of the mid-twentieth century Soviet Union. His recorded legacy includes nearly the entire standard violin repertory up to and including Prokofiev and Bartók. His violin studies began in 1913 with Pyotr Stolyarsky. Later he officially joined Stolyarsky's class at the Odessa Conservatory, graduating in 1926 by playing Prokofiev's First Violin Concerto. Performances of the Glazunov Concerto in Odessa and Kiev in 1927, and a 1928 debut in Leningrad (Tchaikovsky Concerto) gave him the confidence to move to Moscow. He made his premiere there in early 1929, but the event went largely unnoticed. In 1934, however, after several years of patiently refining his craft, he was invited to join the Moscow Conservatory, eventually rising to the rank of full professor in 1939.

Meanwhile, David Oistrakh was gaining success on the competition circuit, winning the All-Ukrainian contest in 1930, and the All-Soviet competition three years later. In 1935 he took second prize at the Wieniawski competition. In 1937 the Soviet government sent the now veteran violinist to Brussels to compete in the International Ysaÿe Competition, where he took home first prize.

With his victory in Brussels, Soviet composers began to take notice of their young compatriot, enabling him to work closely with Miaskovsky and Khachaturian on their concertos in 1939 and 1940, respectively. In addition, his close friendship with Shostakovich led the composer to write two concertos for the instrument (the first of which Oistrakh played at his, and its, triumphant American premiere in 1955). During the 1940s David Oistrakh's active performing schedule took him across the Soviet Union but his international career had to wait until the 1950s, when the political climate had cooled enough for Soviet artists to be welcomed in the capitals of the West.

The remaining decades of his life were devoted to maintaining the highest possible standards of excellence throughout an exhausting touring schedule (he returned to the U.S. six times in the 1960s), and he began a small but successful sideline career as an orchestral conductor. His death came suddenly in Amsterdam in 1974, during a cycle of Brahms concerts in which he both played and conducted.

Throughout his career David Oistrakh was known for his honest, warm personality; he developed close friendships with many of the leading musicians of the day. His violin technique was virtually flawless, though he never allowed purely physical matters to dominate his musical performances. He always demanded of himself (and his students) that musical proficiency, intelligence, and emotion be in balance, regardless of the particular style. David Oistrakh felt that a violinist's essence was communicated through clever and subtle use of the bow, and not through overly expressive use of vibrato. To this end he developed a remarkably relaxed, flexible right arm technique, capable of producing the most delicate expressive nuances, but equally capable of generating great volume and projection.

As a teacher, David Oistrakh maintained that a teacher should do no more than necessary to help guide the student towards his or her own solutions to technical and interpretive difficulties. He rarely played during lessons, fearing that he might distract the student from developing a more individual approach, and even encouraged his students to challenge his interpretations. Perhaps the best evidence of the Oistrakh's gift for teaching is that he felt that he gained as much from the teaching experience as his students did.
  • Biografie
Meer informatie
Theo Olof
Nederland, °1924 - 2012
Theo Olof, geboren op 5 mei 1924 in Bonn, kreeg zijn eerste vioollessen van zijn moeder, een bekende vioolpedagoge en soliste, en debuteerde op vijfjarige leeftijd in Bonn. In 1933 ging hij met zijn moeder in Amsterdam wonen en werd leerling van Oscar Back. Toen hij 11 jaar oud werd, speelde hij het Vioolconcert van Paganini met het Concertgebouworkest o.l.v. Bruno Walter.

Vanaf 1945 maakte Theo Olof vele internationale concerttoernees. In Nederland gaf hij een groot aantal eerste uitvoeringen van vioolconcerten, o.m. van Benjamin Britten, Alan Rawsthorne, Oscar van Hemel, Hans Henkemans, Ton de Leeuw, Jan van Vlymen, Lex van Delden, Hans Kox, Bruno Maderna en Tristan Keuris.

In 1951 won hij de 4de prijs van de Koningin Elisabethwedstrijd. Van 1951 tot 1971 was hij concertmeester van het Residentie Orkest in Den Haag. Van 1974 tot 1985 bekleedde hij dezelfde positie bij het Concertgebouworkest in Amsterdam.

Theo Olof maakte tal van grammofoonplaten. Met Herman Krebbers vormde hij een internationaal bekend vioolduo. Ook zij maakten samen grammofoonplaten, o.m. van de Dubbelconcerten van Bach en Henk Badings en de 44 Duo's van Béla Bartòk. Met Daniël Wayenberg maakte hij een opname van Ravels Tzigane met de door Ravel voorgeschreven Luthéal, die door Olof werd herontdekt.

Theo Olof was heel vaak jurylid van vioolwedstrijden in binnen- en buitenland. Hij schreef eveneens een aantal boeken,waaronder Daar sta je dan, Divertimento, het kinderboek De Muziekwedstrijd, Melomedicon, over de relaties tussen Muziek en Geneeskunde, Mozart, geniaal componist en Mijn leven met Tsjaikovski.

Tot 1982 was Theo Olof hoofdleraar aan het Koninklijk Conservatorium voor Muziek te Den Haag. In 1994 trok hij zich van het concertpodium terug, maar hij bleef zijn andere functies vervullen. Hij was o.m. voorzitter van Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds en Officier in de Orde van Orange Nassau.
  • Biografie
Meer informatie
Max Rostal
Oostenrijk, Groot-Brittannië, °1905 - 1991
Max Rostal heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van het vioolspel, zowel als uitvoerder als leraar. Veel internationaal bekende violisten over meerdere generaties studeerden bij hem. In 1991 werd er een wedstrijd die zijn naam draagt boven het doopvont gehouden in zijn thuisstad Bern (Zwitserland). In eerste instantie georganiseerd door het Conservatorium van Bern, en afwisselend voor viool en altviool, wordt het concours sinds 2009 gehouden aan de Universität der Künste in Berlijn, voor viool en altviool tegelijk.

Het was de grootste zorg van Max Rostal om zijn uiterste best te doen om jonge muzikanten te ondersteunen. 65 jaar lang heeft hij getracht dit doel te verwezenlijken via zijn onderwijsactiviteiten in verschillende scholen en tijdens internationale masterclasses. Daarnaast nam hij ook deel aan wedstrijdjury's wereldwijd. Max Rostal bracht de Carl Fleschwedstrijd tot stand en was nauw betrokken bij de oprichting van de Europese String Teachers Association (ESTA).
  • Biografie
Meer informatie
Joseph Szigeti
Hongarije (Rep.), Verenigde Staten van Amerika, °1892 - 1973
Meer informatie
Yuri Yankelevitch
Rusland (Federatie), °1909 - 1973
The first teacher of violinist Yuri Yankelevitch (1909-1973) was A. A. Berlin, an outstanding virtuoso and the founder of the Russian Violin School. Captivating classes alternated with recitals and joint appearances with renowned musicians in the concerts of the Omsk Philharmonic Society. In 1923 Yuri Yankelevitch joined the class of Professor I. R. Nalbandyan at the Leningrad Conservatory. Eventually, he successfully graduated from the Moscow Conservatory and did a postgraduate course in the class of Professor A.I. Yampolsky.
Yuri Yankelevitch devoted his life entirely to teaching. During his long pedagogic career, he nurtured over 200 pupils, many of whom, such as Victor Tretyakov, Vladimir Spivakov, Tatyana Grindenko, Irina Bochkova, Grigory Zhislin, Pavel Kogan, Lev Marquis, Dora Schwarzberg and Alexandre Brussilovsky enjoy world-wide acclaim. The name of Yuri I. Yankelevitch holds one of the most honorable places in the record of modern violin teaching, as he was not a mere successor of the great names that comprise the Moscow Violin School, but he was the founder of his own - the School of Yankelevitch.
  • Biografie
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Cello 2022
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN