Voorzitter van de jury
Marcel Poot
België, °1901 - 1988
Marcel Poot (1901-1988), zoon van Jan Poot, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, groeide op in een artistieke omgeving. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van de organist Gerard Nauwelaerts en vervolgens leerde hij van 1916 tot 1919 notenleer, piano en harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Arthur De Greef, José Sevenans en Martin Lunssens.
De eerste prijzen in contrapunt (1922) en fuga (1924) behaalde hij aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen bij Lodewijk Mortelmans. Bovendien was hij privé-leerling van Paul Gilson voor compositie en orkestratie.

Poot en Gilson waren samen de uitgevers van La Revue Musicale Belge, een tijdschrift dat vanaf 1925 verscheen. In datzelfde jaar richtte hij met zeven andere leerlingen van Gilson de groep Les Synthétistes op, met als doel de verworvenheden van de toenmalige muzikale evoluties te synthetiseren zonder de eigen individualiteit op te geven. In 1930 behaalde hij de Rubensprijs, waardoor hij drie maanden les kon volgen bij Paul Dukas aan de Ecole Normale de Musique te Parijs.

Zijn loopbaan startte Marcel Poot aan de Rijksmiddelbare school en als leraar piano, notenleer en muziekgeschiedenis aan de Academie van Vilvoorde. Voordat hij directeur werd van het Conservatorium van Brussel (1949-1966), doceerde hij er practische harmonie (1939) en contrapunt (1940-1949). Hij was onder meer lector aan het Institut Supérieur des Arts Décoratifs, rector van de Muziekkapel Koningin Elisabeth (1970-1976), lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd (1963-1981), voorzitter van SABAM, de unie van Belgische Componisten en CISAC, en jurylid van verschillende compositiewedstrijden.
  • Biografie
Meer informatie
Vladimir Avramov
Bulgarije (Rep.), °1909 - 2007
Meer informatie
Lola Bobesco
België, °1920 - 2003
Meer informatie
Joseph Calvet
Frankrijk, °1897 - 1984
Joseph Calvet studeerde aan de Conservatoria van Toulouse en Parijs bij Guillaume Rémy en Edouard Colonne. In 1919 richtte hij het Calvet Kwartet op, samen met Leon Pascal, Georges Mignot (later vervangen door Daniel Guilevitch) en Paul Mas, dat zeer succesvol was tot het begin van de Tweede Wereldoorlog. Joseph Calvet was een professor aan het Conservatorium van Parijs.
  • Biografie
Meer informatie
Zino Francescatti
Frankrijk, °1902 - 1991
Hoewel van Italiaanse achtergrond werd violist Zino Francescatti geboren in Marseille. Zijn echte naam was René-Charles Francescatti. Zijn beide ouders speelden viool en zijn vader René was een leerling van Paganini. De jongere Francescatti voerde het 1e Vioolconcerto van Paganini uit op zijn officiële debuut in Parijs in 1925.

Tegen die tijd was hij al een ervaren muzikant. Hij gaf zijn eerste concert op de leeftijd van vijf en speelde Beethovens vioolconcerto op zijn tiende. Vanaf zijn late tienerjaren concerteerde hij regelmatig en na zijn aankomst in Parijs in 1924 vormde hij een duo met Maurice Ravel, met wie hij een internationale tournee ondernam. In de jaren 1920 en 1930 toerde hij de hele wereld rond, ook al kwam zijn Amerikaanse debuut er pas in 1939, opnieuw met Paganini's 1e Concerto, met de New York Philharmonic.

Ondanks zijn voorliefde voor Paganini werd Zino Francescatti meer geassocieerd met een elegante, natuurlijke spelwijze dan met puur virtuoos vuurwerk. Later in zijn leven toerde hij met de Franse pianist Robert Casadesus en ze namen samen de integrale sonates voor viool en piano van Beethoven op. Hij leefde in New York maar keerde vaak terug naar Frankrijk om op te treden en les te geven. Hij maakte duurzame opnames van een aantal belangrijke repertoirewerken, waaronder het Beethoven concerto met dirigent Bruno Walter en het Columbia Symphony Orchestra. Zino Francescatti ging met pensioen in 1976, verhuisde terug naar Frankrijk en verkocht zijn geliefde Stradivarius aan Salvatore Accardo. In 1987 gebruikte hij een deel van de opbrengst voor de oprichting van een educatieve stichting en een vioolwedstrijd in Aix-en-Provence.
  • Biografie
Meer informatie
Franco Gulli
°1926 - 2001
Franco Gulli (1926-2001) kreeg les van zijn vader (afgestudeerd aan het Conservatorium van Praag, in de klas van Sevcik) en van Arrigo Serrato aan de Chigiana Academie van Sienna. Hij vervolgde zijn studies bij Joseph Szigeti in Zwitserland. Als solist concerteerde hij wereldwijd met prestigieuze orkesten en prominente dirigenten. Ook als kamermusicus stond hij bekend : hij trad op met pianiste Enrico Cavallo en was stichtend lid van het Italiaans strijktrio met Bruno Giuranna en Giacinto Caramia. Tot zijn cd-opnames behoren de integrale van Beethovens sonates en trio's voor strijkers, vioolconcerti van Mozart en het 5de concerto van Paganini. Als pedagoog doceerde hij aan de Chigiana Academie, het Conservatorium van Luzern in Zwitserland en de Indiana University School of Music in Bloomington, waar hij de titel kreeg van Distinguished Professor of Music.
  • Biografie
Meer informatie
Leonid Kogan
Rusland (Federatie), °1924 - 1982
Leonid Kogan, een van de grootste violisten van de twintigste eeuw, ontwikkelde een fascinatie voor de viool op de leeftijd van drie. Drie jaar later begon hij lessen te volgen bij Philip Yampolsky, een leerling van Leopold Auer. Toen zijn familie verhuisde naar Moskou wanneer hij tien was, begon hij te studeren bij Abram Yampolsky. Hij trok vervolgens naar de Central School of Music en dan het Conservatorium van Moskou, waar hij werd opgeleid van 1943 tot 1948. Hij vervolmaakte er zich van 1948 tot 1951.

Op de leeftijd van twaalf werd Leonid Kogan aan het werk gehoord door violist Jacques Thibaud, die hem een grote carrière voorspelde. Hoewel zijn ouders hun zoon niet als een wonderkind wilden uitbuiten, maakte hij zijn debuut op zijn zeventiende en gaf hij veel optredens doorheen de Sovjet-Unie toen hij nog studeerde. Zijn naam werd bekender toen hij de gedeelde eerste prijs won op het Praag Wereld Jongerenfestival in 1947. In 1951 won hij de eerste prijs van de Koningin Elisabethwedstrijd. Jurylid David Oistrakh beschouwde Kogan nadien als een collega, terwijl die laatste Oistrakh uitgebreid observeerde tijdens zijn avondklassen aan andere studenten.

Na les gegeven te hebben aan het Conservatorium van Moskou en het spelen van een drukke concertagenda in de Sovjet-Unie, deed Leonid Kogan in 1955 zijn eerste optredens in Parijs en Londen, in 1956 een tournee door Zuid-Amerika en in 1957 door de Verenigde Staten. Na zijn benoeming tot People's Artist in 1964, ontving hij de Lenin Prijs in 1965.
  • Biografie
Meer informatie
Arved Kurtz
Meer informatie
Yehudi Menuhin
Groot-Brittannië, Zwitserland, °1916 - 1999
Yehudi Menuhin werd geboren in New York uit Russisch-joodse ouders, maar werd later een Brits onderdaan. Op zijn zevende maakte hij zijn viooldebuut met de San Francisco Symphony en Lalo's Symphonie Espagnole, een jaar later gevolgd door zijn eerste recital in New York. Tegen de tijd dat hij elf was had hij zijn historische debuten gemaakt in de Carnegie Hall en in Parijs, op zijn twaalfde debuteerde hij in Berlijn en op zijn dertiende in Londen. Zijn carrière zou hem over de hele wereld brengen en hij zou optreden met alle toonaangevende dirigenten en orkesten. Hij verwierf niet alleen faam als een groot muzikant, maar is net zo erkend voor zijn humanistische engagement, geïllustreerd door zijn werk voor jongeren, voor zijn internationale samenwerkingen en voor alle zaken die hem nauw aan het hart lagen.

Het was tijdens zijn eerste bezoek aan lndië in 1952, op uitnodiging van premier Pandit Nehru, dat hij Ravi Shankar ontmoette. Hij ontwikkelde een grote bewondering voor zowel Shankar als de Indiase muziek. Ze gaven tal van concerten samen en maakten vele opnames die miljoenen verkochten. De opbrengst van de concerten van zijn tournee in India werden geschonken aan een goed doel. In 1960 werd hij bekroond met de Nehru Peace Prize for International Understanding. Zo'n dertig jaar later, in 1992, werd hij geëerd met de titel van Goodwill Ambassador van UNESCO.

Uit erkentelijkheid voor de vele concerten die hij voor de geallieerden gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog - van zodra hij kon vloog hij over vanuit Amerika in een militair vliegtuig - ontving Yehudi Menuhin verschillende onderscheidingen, waaronder de Légion d'Honneur en de Croix de Lorraine in Frankrijk, de Orde van Verdienste in Duitsland, de Leopoldsorde en de Kroonorde van België, de Royal Philharmonic Society Gold Medal in Engeland en in 1995 de Gran Cruz de la Orden del Merito Civil. Koningin Elizabeth II verhief hem in de ridderorde in 1965 en schonk hem de Orde van Verdienste in 1987, gevolgd door een levenslange vermelding in de Verjaardagserelijst van de Koningin in 1993.

Yehudi Menuhin is eredoctor van meer dan 30 universiteiten wereldwijd, waaronder die van Oxford, Cambridge, St Andrew's en de Sorbonne, en werd benoemd tot burger van de steden Edinburgh, Bath, Reims en Warschau. Daarnaast ontving hij de Gouden Medailles van Parijs, New York en Jeruzalem. Hij was ook de eerste westerling die tot erehoogleraar van het Conservatorium van Beijing benoemd werd, ter erkenning van zijn concerten in China en van zijn inspanningen om tal van jonge Chinese violisten te helpen hun studie voort te zetten in het Westen.

In 1963 maakte Yehudi Menuhin een van zijn grootste ambities waar; het creëren van een kostschool voor jonge veelbelovende muzikanten (vanaf de leeftijd van zeven), die gebaseerd is op het model van de Central School van Moskou, waar de studenten onder één dak zowel hun schoolopleiding als hun muzikale vorming krijgen. Tal van studenten van de Yehudi Menuhin School, nu officieel geassocieerd aan zijn Moskouse equivalent, hebben universitaire studiebeurzen weten te behalen. In 1977 richtte hij de International Menuhin Music Academy voor jonge afgestudeerde strijkers op in Gstaad, Zwitserland, de thuisbasis van het Menuhin Music Festival, waarvan hij gedurende 40 jaar artistiek directeur was en waarvoor hij met de Zwitserse nationaliteit werd bekroond.

Yehudi Menuhin maakte zijn eerste plaat op de leeftijd van twaalf en een jaar later begon zijn jarenlange samenwerking met HMV/EMI. Hij heeft ook voor Deutsche Grammophon opnames gemaakt (de complete Beethoven sonates met Wilhelm Kempff) en voerde talrijke orkestwerken uit voor Philips, Virgin, Nimbus en andere labels. Een groot aantal van zijn vroege opnames werden door Biddulph Recordings heruitgebracht op cd ter gelegenheid van zijn 75e en 80e verjaardag, en IMG Records gaf een cd-koffer uit met de integrale symfonieën van Beethoven, uitgevoerd door de Sinfonia Varsovia onder de leiding van Lord Menuhin.
  • Biografie
Meer informatie
Yfrah Neaman
°1923 - 2003
Yfrah Neaman (1923-2003) volgde zijn muziekopleiding in Parijs en Londen bij Jacques Thibaud, Carl Flesch en Max Rostal. In 1944 debuteerde hij in Londen, wat weldra gevolgd werd door optredens in 's werelds grootste concertzalen. Steeds opnieuw nam hij het met brio op voor componisten van de 20ste eeuw, onder wie velen speciaal stukken voor hem componeerden.

Hij was leraar viool en departementshoofd aan de Guildhall School of Music and Drama. Conservatoria wereldwijd nodigden hem graag uit om les te komen geven en als gewaardeerd pedagoog werd hij vaak gevraagd om master classes te geven in Europa, de Verenigde Staten en het Verre Oosten. Hij jureerde regelmatig in de grootste internationale vioolwedstrijden en was adjunct-directeur van de London String Quartet Competition.

Yfrah Neaman werd in 1980 verheven tot de Freeman of the City of London en in 1983 gedecoreerd in de Order of the British Empire. In 1997 reikte de Worshipful Company of Musicians hem de prestigieuze Cobbett Medal uit. In 1998 werd hij niet enkel doctor honoris causa aan de nationale muziekacademie van Sofia, maar ook Professor Emeritus van de Guildhall School of Music and Drama.
  • Biografie
Meer informatie
Georges Octors
België, °1923 - 2020
Als laureaat van diverse internationale wedstrijden begon Georges Octors zijn muzikale loopbaan als soloviolist. In 1956 richtte hij het Antwerpse Bach-Ensemble op, dat enthousiast werd onthaald op talrijke Europese tournees. Eerst als assistent (1960) en later (in 1975) als opvolger van André Cluytens liet Georges Octors zich gelden als dirigent en muziekdirecteur van het Nationaal Orkest van België. George Octors was een graag geziene gastdirigent in Nederland, waar hij ook 10 jaar het Gelders Orkest van Arnhem leidde en werd vaak gevraagd door orkesten in Oost- en West-Europa (o.a. de London Symphony), in de USA, Rusland (o.a. het Filharmonisch Orkest van St.-Petersburg) en jaarlijks in Zuid-Korea. Van 1976 tot ’89 dirigeerde hij alle finales van de Koningin Elisabethwedstrijd. Hij leidde zeven jaar lang het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie, waarmee hij een aantal opnames realiseerde die door de internationale vakpers (Diapason, Fanfare, Crescendo) goed onthaald werden. Georges Octors was vaak jurylid van internationale muziekwedstrijden in o.a. Japan, Italië en Duitsland.
  • Biografie
Meer informatie
Ricardo Odnoposoff
Oostenrijk, °1914 - 2004
Ricardo Odnoposoff was born to Russian immigrants in Buenos Aires. The young man's exceptional musical talent induced his parents to strive for a musical education for him in Europe. An attempt to study with Leopold Auer, was unsuccessful, as the legendary teacher of several generations of violinists who for decades dominated the international musical scene (among them Jascha Heifetz, Nathan Milstein, and Misha Elman), hesitated because of his advanced age to take on such a young pupil. Therefore, upon the recommendation of Erich Kleiber, Ricardo Odnoposoff studied with the concertmaster Rudolf Deman in Berlin, and after only a few months changed to the studio of Carl Flesch.

Ricardo Odnoposoff received his diploma in 1932 after four years of study, but there was another event in that year which had more decisive consequences for the young violinist. In June, the eighteen year old was awarded a prize at the First International Competition for Voice and Violin in Vienna, and the interest of those in influential musical circles was awakened, among them Vienna State Opera director Clemens Krauss. The concertmasters of the opera and of the Philharmonic at the time, Arnold Rosé, Julius Stwertka and Franz Mairecker, were on average over 60 years old. As far back as 1923, Richard Strauss had noted the difficulties of the long-time concertmaster Karl Prill, which led to the violin solo in Strauss' Bürger als Edelmann being performed by Heinrich Schwarz. Prill retired in 1925, but the situation did not greatly improve. Clemens Krauss, who in many difficult situations in the history of the Philharmonic took decisive action, seized the opportunity and in 1933, without an audition, offered the 19 year old Odnoposoff a position as concertmaster.

Ricardo Odnoposoff's first performance at the concertmaster's desk was in Verdi's Othello on December 25, 1933, and his first major Philharmonic test was a gala concert for Richard Strauss' 70th birthday on June 10, 1934. Wilhelm Furtwängler conducted Ein Heldenleben and insisted that Odnoposoff perform the violin solo. Until 1937, he appeared seven times as a soloist with the Vienna Philharmonic, among them two performances of Mozart's Violin Concerto in A major, KV 219. For the 100th birthday of Camille Saint-Saëns (1835-1921), he made his debut in the subscription concert series with that composer's Violin Concerto in B minor, op. 61, on January 25 and 26, 1936, under Felix von Weingartner.

In Ricardo Odnoposoff's own words, it was necessary for a young Philharmonic concertmaster to present oneself even more prominently as a soloist, and he therefore performed a recital which included the violin concerti of Johannes Brahms and Antonín Dvorák, as well as the Mozart Concerto in D major, KV 218, under the direction of Josef Krips and accompanied by the Philharmonic. In addition, he made numerous other solo appearances in Vienna and on tour, among these a sonata recital with Bruno Walter as pianist on December 2, 1935. This artistic collaboration extended to the Philharmonic concerts also, as Odnoposoff performed a major orchestral solo, the aria from Wolfgang Amadeus Mozart's opera Il re pastore with Elisabeth Schumann during a Philharmonic tour to London under Walter's direction in June 1937. On this same tour, Odnoposoff represented the orchestra in a special way, performing violin compositions by Fritz Kreisler at a gala at the Austrian embassy.

Probably the most decisive event in Ricardo Odnoposoff's career occurred in 1937. The Ysaÿe Competition was characterized that year by the legendary artistic duel between Ricardo Odnoposoff, Second Prize, and David Oistrakh, First Prize. This sensational success drew considerable attention internationally, and led to a reordering of Odnoposoff's career. His numerous offers to perform as a soloist led him to relinquish his position as concertmaster and he left Austria in the autumn of 1938, with the political developments of the time also playing a role in this decision. Upon returning to Vienna from solo engagements in Italy, he was suddenly refused admission to the opera house. After Austria's annexation by Nazi Germany, Odnoposoff, who had taken on Austrian citizenship and became an enthusiastic Viennese, was, because of the Argentine citizenship which he still maintained, no longer welcome in his own land.

He travelled to Belgium, and subsequently returned to Argentina in 1940. In 1942 he debuted in New York, where he lived until 1956. In that year he returned to Vienna and became Professor at the Music Academy in 1957. He taught at that institution until 1973 and counted three future Vienna Philharmonic members, Paul Guggenberger (1941-2000), Ortwin Ottmaier and Edward Kudlak (retired September 2003), among his students. Odnoposoff's activities as a pedagogue were not limited to Vienna, as he taught in Stuttgart, and until 1994 in Zurich. Despite this extensive teaching work, the focal point of his career remained the concert stage, as thousands of public appearances and a notable number of recordings confirm. Many of those recordings have fortunately been re-released on CD.

After the Second World War, Ricardo Odnoposoff appeared six times with his former Viennese colleagues. On February 1 and 2, 1947 he performed the Brahms concerto with Josef Krips in the subscription concert series, and in 1961 played the Sinfonia concertante, KV 364, with principal violist Rudolf Streng, conducted by Carl Schuricht, for the Mozart gala concert in Innsbruck, as well as for two concerts during Salzburg's Mozart Week. The last appearance of Ricardo Odnoposoff with the Vienna Philharmonic was on June 13, 1965, in the main auditorium of the Konzerthaus, when he played the premiere of the Violin Concerto of Theodor Berger, with Eugene Ormandy conducting.

There was one last personal meeting at the Musikverein on February 25, 1994. Upon his 80th birthday, Ricardo Odnoposoff was awarded the honorary ring of the Vienna Philharmonic after a rehearsal on the podium of the Golden Hall. The ring, surely the orchestra's most personal decoration, was awarded in honor of an artist who, though only belonging to the Philharmonic for four years, remained his entire life a proponent of our orchestra. Until the end of his life he maintained close contact with the Vienna Philharmonic, not only through his former student Ortwin Ottmaier, but also by his personal interest and identification with the orchestra.
  • Biografie
Meer informatie
Maurice Raskin
België, °1906 - 1984
Meer informatie
Isaac Stern
°1920 - 2001
Isaac Stern was among the most distinguished of the world's violinists. He achieved a strong rapport with his audience through his own personality and his visible love for the music, with an unerring command of the proper style for each work in his exceptionally wide repertoire. His technique was impeccable, his tone strong and warm, though not rich. He performed and recorded virtually the entire standard violin repertoire, including most of the many great violin concertos of the 1930s: those of Hindemith, Berg, Prokofiev (No. 2), Walton, Bartok (No. 2) and other works, some quite contemporary. His repertoire extended at least from Vivaldi to Dutilleux. Isaac Stern also dubbed on-screen appearances by actors impersonating violinists; his films include Humoresque, Tonight We Sing, and Fiddler on the Roof.

His family moved to the United States and settled in San Francisco when he was one year old. His mother, a professional singer, gave him his first music lessons. He began studying the violin at the San Francisco Conservatory in 1928. In 1932 he became the third immensely talented San Francisco-area boy to train with the San Francisco Symphony concertmaster Louis Persinger (the others were Menuhin and Ruggiero Ricci). However, he considered Naoum Blinder, with whom he studied until the age of 15, his only true teacher. Isaac Stern made his debut with the San Francisco Symphony on February 18, 1936, with Pierre Monteux conducting the Third Concerto by Saint-Saëns. After his New York debut in 1937, he returned to San Francisco for further study. He re-entered concert life on February 18, 1939, again giving a recital in New York. Soon he was one of the leading American violinists, particularly noticed for his young age, and his January 8, 1943, recital at Carnegie Hall (his first solo performance there) was a smash hit.

In 1943 and 1944 Isaac Stern entertained American troops in Iceland, Greenland, and the South Pacific. After the war he toured Australia in 1947, and made his first trip to Europe in 1948. He played at Pablo Casals' Prades Festival from 1950-1952, and the Edinburgh Festival in 1953. His tour of the U.S.S.R. in 1956 was an early sign of one of the recurrent thaws in the Cold War. In 1960 he formed a durable trio with pianist Eugene Istomin and cellist Leonard Rose; the group played the complete trio literature by Beethoven in bicentennial celebrations of the composer's birth. He recorded mostly for Columbia (which subsequently became CBS, then Sony Classics), with major orchestras and conductors, with the Stern-Rose-Istomin Trio, and in sonata and other duet repertory with his regular partner, Alexander Zakin. He made several appearances at the White House.

In the late 1950s, when the City of New York planned the construction of the Lincoln Center complex, it became clear that the plans as they stood would entail the destruction of the old Metropolitan Opera house and of Carnegie Hall. The latter, one of the finest concert halls in the world acoustically, was saved for posterity by the actions of a group Isaac Stern formed in 1960. He was chosen president of the Carnegie Hall Corporation, formed to supervise the artistic program of the great concert hall. He also was involved in the formation of the U.S. National Endowment of the Arts, and was appointed to its initial advisory board. He served as chairman of the board of the American-Israel Cultural Foundation, which aids the careers of young musicians. Isaac Stern, among other honors, was named Officer of the Légion d'honneur of France.
  • Biografie
Meer informatie
Joseph Szigeti
Hongarije (Rep.), Verenigde Staten van Amerika, °1892 - 1973
Meer informatie
Eugenia Uminska
°1910 - 1980
Meer informatie
Sandor Vegh
Hongarije (Rep.), Frankrijk, °1912 - 1997
Meer informatie
Herbeleef de optredens van Viool 2024
De CD's van de Wedstrijd
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden.
Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op Meer informatie
ACCEPTEREN